Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 mei 2025
Zijn onderkaak stak een weinig naar voren, hetgeen een teeken van geestkracht is; hij had een stevigen kop, dicht bezet met een dichten haarbos; zijn gelaat was door de zon verbrand en door den wind verweerd; onder zijn grooten neus droeg hij een knevel zonder punten en aan zijne gebruinde wangen een paar heele korte bakkebaarden; zijne oogen waren blauw, levendig en doordringend en hadden eene goedaardige uitdrukking; in zijnen mond ontbrak nog maar één van de drie-en-dertig tanden en kiezen die er in behoorden.
"Geest," riep hij uit, zich vastklemmend aan het kleed van zijnen geleider, "hoor mij aan! Ik ben niet meer de man die ik eens was. Ik wil niet meer zijn de man die ik had moeten blijven zoo dit alles mij niet getoond ware. Waarom zoudt ge mij dit laten zien, als mijn geval hopeloos was?" Voor de eerste maal leek het of de hand beefde.
"Weet gij het?" vroeg de ridder met eene stem die uit eenen kelder scheen op te klimmen. "Neen, heer." "Ik even min. Gij verveelt mij; ga uit mijnen weg!" Hij deed door zijnen zuren blik den verbluften zwaardveger terugdeinzen en richtte zich, zonder meer acht op de omstanders te geven, naar de poort der proostdij.
Toen daarop Merlijn aan den koning vertelde, hoe het de wil van het noodlot was, dat Balin zou sterven in de volle kracht van zijnen mannelijken leeftijd, werd het den koning angstig te moede, nu hij moest inzien dat tegen die onverbiddelijke macht de wil der menschen, zij het ook de wil van een vorst, niets vermag.
Hoe het zij, zonder mededoogen zette hij zijne ondervraging voort: in zijne uitvorsching naar de waarheid hield hij den baanwachter onder zijnen doordringenden blik gebogen en liet den ongelukkige den tijd niet om te ademen, ofschoon de substituut in stilte hem tot wat toegevendheid poogde over te halen.
Ik hield zijne hand vast, en toen begon hij te schreeuwen en te schoppen, en liep vervolgens naar zijnen vader en zeide dat ik tegen hem vocht. Deze kwam woedend aanloopen en zeide dat hij mij leeren zou wie mijn meester was; en toen bond hij mij aan een boom, en sneed teentjes voor den jongen meester en zeide hem dat hij mij slaan mocht tot hij er moe van werd, en zoo deed hij ook.
"Een beter naam," zeide hij bij zich zelven, op zijnen weg van de eene naar de andere kamer kennis nemend van het hem geopenbaard geheim, "een beter naam voor den uitvinder der lokomotiven en van de veiligheidslantarens, dan voor zoo'n kreeft van het oude licht."
Het zij evenwel terstond gezegd, dat Pizarro en de zijnen niets wisten van die binnenlandsche verdeeldheid, waar ze een »Goudland« gingen zoeken, dat volgens de geruchten ergens in het Zuiden lag. Ze vernamen dat later. Toen Pizarro eenmaal besloten had om dat onbekende, rijke land op te sporen, verbond hij zich met zekeren Diego Almagro, en beiden zeilden met twee kleine scheepjes uit.
Het opperhoofd en de zijnen, wier aantal veel te gering was, om zich tegen de vijanden te kunnen verdedigen, waren dadelijk naar ons gevlucht om onze hulp in te roepen. "Zeker, wij willen de arme stakkers helpen, niet waar heeren?" riep de kapitein. Vlug namen wij onze geweren en revolvers, terwijl de Tonga's zich met bijlen en messen wapenden.
Ik schopte ze vóór mijne voeten en daar kwam ik aan de brouwerij daar Moot de Brouwer in de poort stond, hij bezag de ton en ik zonder verpinken, sloeg hand aan mijne pet en: "Mijnheer, Mane de kaasvent zendt me uwe ton naar huis." Hij las de letters van zijnen naam, op de ton en 't moest wel de zijne zijn ik rolde ze in de poort en hij gaf mij, verdimme, twee stuivers voor de moeite!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek