Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 juli 2025
Men zou haast denken, dat mijnheer Zeger heeft gevraagd: "Hoe loop ik het kortst van hier naar de Kipstraat?" en dat een voorbijgaand, ziekelijk oud heer met een pijnlijk gezicht antwoordt: "Hier links den hoek om." Waarop gemelde heer Zeger met vriendelijk gelaat voor de bekomen inlichting bedankt, beleefd den hoed licht, en den ouden heer eene prettige wandeling toewenscht.
De gewezen meester moet nu wel drinken, maar hij is toch blijde, als hij naar de achterzaal wordt geroepen. Zoo zitten de gebroeders dan alleen. »Wat zal vader in zijn schik zijn, als hij ons morgen ziet," meent Zeger. »En moeder dan," zegt Hans. »Er is op Waterfontein heel wat gebeurd," meent Zeger op ernstigen toon. Hij denkt aan den brand en aan zijn broeder Frits, die naar Rhodesia is gegaan.
Zeger van Son, die op 6 Sept. 1748 bij de parade ter eere van den stadhouder Willem IV behalve de gewone troepen ook eene "compagnie jongeheertjes" deed exerceeren. Hij regeerde dus werkelijk groot en klein.
Intusschen is Zeger Jansen bezig, om den Engelschman in den letterlijken zin van het woord te zakken, en wat nog nooit is gebeurd, geschiedt nu: eerst verdwijnt het onderlijf, en vervolgens het bovenlijf en de halfkale schedel van den beroemden bokser in den grooten, wijden zak. En zich het zweet van het gezicht wisschend, roept de sterke Boer: »Waar is de kippendief, want hij behoort er ook in?"
Alleen ter zee bleek Neerlands meerderheid tegenover de vijanden. Den 7en Juni leverde de Ruyter een slag tegen de vereenigde Engelsche en Fransche vloten, die onder bevel stonden van den Hertog van York en d'Estrées, bij Solebay. Dadelijk bij het begin van het gevecht wees de Ruyter zijn stuurman Zeger het schip van York aan, met de woorden: "Stuurman Zeger, d
»Ik had te Waterfontein moeten blijven," meent de kellner. »Ik geloof het," zegt Zeger. »Ge hebt het ook al niet ver gebracht in de wereld," laat hij er op zachteren toon op volgen »knecht in een Engelsche kroeg." Nu zetten de gebroeders zich aan het tafeltje neer, nemen de geweren van den schouder, en plaatsen ze voor zich, tusschen de knieën, de tromp tegen den grond.
»Hij behoort hier thuis, Mijnheer!" »Hier," zegt Zeger, den kellner een geldstuk reikend; »ik zal den zak meenemen, en wat er overschiet is voor jou." De kellner maakt uit dankbaarheid voor de flinke fooi een diepe buiging, maar hij kijkt den Boer toch vragend aan, want hij is nieuwsgierig, wat hij met dien zak toch wil.
Doch mijnheer Watkins, die als bokser zijn sporen heeft verdiend, staat op met woedende gebaren, en houdt Zeger Jansen de gebalde vuist onder den neus. »Als je wat hebt, kom dan maar op," roept hij dreigend; »ik laat geen Engelschman in mijn bijzijn beleedigen, vooral niet door een boerenlummel, zooals jij bent, al is hij nog zoo lang!" Aller oogen zijn vol spanning op Zeger Jansen gevestigd.
»Lasteraar," roept de hooge boord, zich tot den Boer wendend en nieuwen moed puttend uit de gespierde armen van den geduchten bokser, »lasteraar, zet je leelijken hoed af! Je bent hier onder gentlemen!" Hij strekt waarlijk de hand uit naar den hoed. »Komt er niet aan met je vuile vingers, kippendief," buldert Zeger Jansen wiens bloed nu toch begint te kooken.
»Mij," smeekt Tijs, de jongste, die den ganschen avond nog geen drie woorden heeft gesproken, doch Zeger maakt een afwerende beweging. »Er zal heel wat moeten gebeuren," zegt hij bedaard doch met de innigste verachting, »voordat die windbuil mij in den zak heeft." De drie gebroeders gaan weer zitten.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek