Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 november 2025


Indien wij ons voorstellen dat iemand liefheeft of begeert, of haat wat wijzelf liefhebben, begeeren of haten, zullen wij dáárdoor reeds deze zaak des te standvastiger liefhebben enz. Bewijs. St. XXVII v.d. Wij onderstellen evenwel dat wij die zaak reeds zonder dat liefhebben.

Stelling XLVII. De Blijheid welke voortspruit uit de voorstelling, dat iets dat wij haten vernietigd of door eenig kwaad getroffen wordt, is niet zonder eenige Droefheid. Bewijs. Dit blijkt uit Stelling XXVII van dit Deel. Immers voorzoover wij ons voorstellen dat een wezen, hetwelk ons gelijkt, wordt bedroefd, in zoover worden ook wij bedroefd.

XXVI en XXVII v.d. H.t.b.w. Stelling XLIX. Overschatting maakt den mensch, die overschat wordt, licht trotsch. Bewijs. Opmerking St. St. Wij zullen dus uit eigenliefde beter van onszelf denken dan gerechtvaardigd is, d.w.z. H.t.b.w. Stelling L. Medelijden is in den mensch, die volgens leiding der Rede leeft, op zichzelf beschouwd slecht en nutteloos. Bewijs. St. XLI v.d. Gevolg III St. St.

Laat haar nu rusten terwijl zij kan, in afwachting van wat er zal komen. Met een zucht over alles, dat was, en alles wat had kunnen zijn, legde Beatrice zich te bed, en sliep weldra zoo rustig als een kind. Hoofdstuk XXVII. Het Lagerhuis. De volgende dag was Zondag. Beatrice ging niet naar de kerk. Eén reden daarvoor was dat zij bevreesd was er Owen Davies te ontmoeten.

Derhalve: Een voorwerp dat enz. H.t.b.w. St. XII v.d. En op deze wijze kunnen wij ons ook Haat, Hoop, Gerustheid en andere aandoeningen voorstellen als verbonden met Verbazing, waardoor wij dan veel meer aandoeningen zullen kunnen afleiden dan gemeenlijk met de geijkte woorden worden aangeduid. St. XV en Gevolg en vlg. St. XXVII v.d.

XI v.d. St. XIII v.d. Opmerking St. XI v.d. H.t.b.w. Opmerking: Deze Blijheid kan bezwaarlijk duurzaam zijn of zonder tweestrijd in ons gemoed bestaan. XXVII v.d. Hier echter hebben wij alleen het oog op den haat. Stelling XXIV. Indien wij ons voorstellen dat iemand in een wezen dat wij haten Blijheid te weeg brengt, zullen wij ook jegens hem Haat gevoelen.

Want indien een ding, dat niet door God gedreven werd, zichzelf kon richten, zou het eerste deel dezer stelling valsch zijn, hetgeen, gelijk wij aantoonden ongerijmd is. Stelling XXVII. Een ding dat door God tot eenigerlei werking genoodzaakt is, kan zichzelf niet aan die noodzaak onttrekken. Bewijs. De waarheid dezer stelling blijkt uit het derde Axioma. Stelling XXVIII. Bewijs. St.

Hoofdstuk XXVII. Het nut dat wij trekken van de dingen buiten ons, ligt behalve dat wij door ze waar te nemen en van vorm te doen veranderen ervaring en kennis opdoen voornamelijk in de instandhouding van ons Lichaam. Uit dit oogpunt zijn in de eerste plaats die dingen nuttig, welke het Lichaam zoodanig voeden en onderhouden kunnen dat al zijn deelen hun taak naar behooren kunnen vervullen.

Over Musschenga en Muischenga hebben de heer P. Leendertz Wz. en ik zelve in het tijdschrift De Navorscher, dl. XXVII, bl. 78 en 80, en dl. XXVIII, bl. 75, het een en ander te berde gebracht. Om herhaling en te groote uitvoerigheid te myden, verwijs ik den belangstellenden lezer dus dáár heen.

Hetgeen een ieder gemakkelijk zal inzien. Stelling XXIX. De voorstelling eener voorstelling van welke inwerking op het menschelijk Lichaam ook, sluit geen adaequate kennis van den menschelijken Geest in zich. Bewijs. St. XXVII v.d. D.w.z. St. XIII v.d. H.t.b.w.

Woord Van De Dag

schoolgebouw

Anderen Op Zoek