Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 oktober 2025


Stellen wij ons daarentegen voor dat hij dit wezen bedroeft, zoo zullen wij hem haten. Bewijs. Dit wordt op dezelfde wijze uit de voorgaande stelling bewezen als Stelling XXII van dit Deel uit Stelling XXI. Gevolg II: Een wezen waarvoor wij medelijden gevoelen, kunnen wij niet haten op grond daarvan dat zijn ongeluk ons bedroeft. Bewijs. St. XXIII v.d.

"O, God, waar ben ik?" riep zij uit. "Stil, om 's Hemelswil, stil!" antwoordde hij, zijn tegenwoordigheid van geest terugverkrijgende. "Stil, of gij zijt verloren." Maar het was niet noodig haar te waarschuwen stil te zijn, want de schok deed Beatrice het bewustzijn verliezen, en bezwijmd zonk zij in zijn armen. Hoofdstuk XXIII. Een regenachtige ochtend.

Het Baghynken van Parijs uitgeg. door de Maetschappij der Vlaemsche Bibliophilen, 3e Serie, no. VII, volgens eene Antwerpsche uitgaaf van 1605. CAMPBELL stelt het in zijne Annales, no. 215 op c. 1490. Vgl. ook: Jahrb. des Ver. für niederd. Sprachforschung, XXIII, 114. Taal en vorm van het gedicht leidden er mij toe, het in de 14e eeuw te plaatsen. De overige sproken vindt men: Belg.

Derhalve zullen wij ingenomen zijn met wie onzen gelijke weldeed, daarentegen ons verontwaardigen over wie onzen gelijke schade berokkende. Stelling XXIII.

Dit liedje is o.a. te Voorburg, Varsseveld, Nijmegen, Zeeland bekend en hoogst waarschijnlijk uit Duitschland afkomstig. Het woord "Majesteit" ontstond wellicht uit "Breitenstein"; zie Marie Ramondt, Volkskunde XXIII, bl. 237; Karl Wehrhahn, Kinderlied und Kinderspiel, bl. 110 vlg.

Hoemeer dingen de Geest met de tweede of derde soort van kennis begrijpt, hoe minder hij zelf van slechte aandoeningen te lijden heeft en hoe minder hij den dood vreest. Bewijs. St. St. XXIX en XXIII v.d. St. Hoemeer dingen dus de Geest begrijpt met de tweede en derde soort van kennis, hoe grooter deel van hem ongedeerd blijft en bijgevolg hoe minder hij van zijn aandoeningen heeft te lijden enz.

De menschelijke Geest bezit adaequate kennis omtrent het eeuwige en oneindige wezen Gods. Bewijs. St. XXII v.d. St. XXIII v.d. St. XIX v.d. Gevolg I St. XVI en St. XVII v.d. St. XLV en XLVI v.d. H.t.b.w. Opmerking: Wij zien hieruit dat Gods oneindige wezen en zijn eeuwigheid aan ieder bekend zijn.

En niettegenstaande Zelfverachting het tegendeel is van Hoogmoed, is wie zichzelf veracht toch zeer nauw verwant aan den hoogmoedige. LVII v.d. Hoofdstuk XXIII. Schaamte bevordert eendracht slechts in zulke gevallen welke niet verborgen kunnen worden. Wijl voorts Schaamte een soort van Droefheid is, heeft zij met de Rede niets te maken. Hoofdstuk XXIV.

De Betuwsche weerwolf, zegt Marie Ramondt in Volkskunde XXIII, bl. 161, heeft niets menschelijks meer; hij is niet de "man-wolf van onze andere landouwen, hij is een hond met gloeiende oogen en een vurige tong, zooals Kludde uit de Brabantsche sagenwereld, en evenals deze loopt hij op zijn achterpooten en rammelt met een ketting.

Immers, wanneer iemand een wezen dat hij liefheeft, gaat haten, zullen er meer begeerten in hem onderdrukt worden dan wanneer hij het niet had lief gehad. Opmerking St. XIII v.d. St. XXVIII v.d. St. XXI v.d. XXXIII v.d. Gevolg St. XIII en vlg. St. XXIII v.d. Opmerking St. XI v.d. Opmerking St. XIII v.d. H.t.b.w. Stelling XXXIX.

Woord Van De Dag

palaemon

Anderen Op Zoek