United States or Yemen ? Vote for the TOP Country of the Week !


Op alle vragen geeft zij..... zo vriendelik en zo ten volle antwoord, dat..... Sinnen, vgl. gemoet, 702: hart, "'t beginsel van zijn neigingen, hartstochten", tegenover verstand, rede, vgl. 703. 1388. hertsen, dubbelvormig uit herts, en herten. Vgl. o.a. Kolthoff, Het Subst. in 't Nederl. der 16e eeuw, 27. XLIV, vv., XLVI, en XXXIX. Met de daar aangehaalde litteratuur.

Want ofschoon elk van hen door een ander bijzonder ding tot een bepaalde wijze van bestaan genoodzaakt wordt, vloeit toch de kracht waardoor elk in zijn bestaan volhardt, uit de eeuwige noodwendigheid van Gods aard voort. Men zie hierover het Gevolg van Stelling XXIV Deel I. Stelling XLVI.

Opmerking St. XIII v.d. St. XXI v.d. Opmerking St. XIII v.d. H.t.b.w. Stelling XLVI.

Deze levensregel komt zoowel met onze eigen beginselen als met de algemeene gewoonte uitnemend overeen. Zoo ééne, dan is dus deze levenswijze de beste en boven alle andere aan te bevelen. Het is echter niet noodig dit nog duidelijker en breedvoeriger te behandelen. Stelling XLVI.

Want zoolang als de mensch door welke begeerte ook bevangen is, is hij noodzakelijk tevens bevangen door deze. Zelfs wijsgeeren, die schrijven over de verachtelijkheid van den roem, zetten hun naam op hun boeken, enz." XLV. Gulzigheid is onmatige Begeerte of ook wel Liefde tot gastmalen. XLVI. Drankzucht is onmatige Begeerte en Liefde tot drinken.

De menschelijke Geest bezit adaequate kennis omtrent het eeuwige en oneindige wezen Gods. Bewijs. St. XXII v.d. St. XXIII v.d. St. XIX v.d. Gevolg I St. XVI en St. XVII v.d. St. XLV en XLVI v.d. H.t.b.w. Opmerking: Wij zien hieruit dat Gods oneindige wezen en zijn eeuwigheid aan ieder bekend zijn.

F. de Haan, Uit oude notarispapieren II: Andreas Cleyer, Tijdschr. Bat. Gen. XLVI, 1903, bl. 423. Zie Bijlage I a. Mededeelingen van den Heer W.F. Emck Wzn. te Gorkum. Alsdan zal tevens kunnen blijken of er verwantschap heeft bestaan tusschen Hendrik Hamel en de volgende naamgenooten: 1o. Zie Korte historiael, enz. door David Pieterszoon de Vries, 1618-1644, ed. Dr. 2o. Mr. 3o.

Immers dit, en al wat het waarachtig leven en den godsdienst betreft, kan gemakkelijk uit de Stellingen XXXVII en XLVI van dit Deel worden afgeleid, waar immers betoogd werd dat Haat door Tegenliefde moet worden overwonnen en dat ieder, die door de Rede geleid wordt, een goed dat hij voor zichzelf begeert ook anderen toewenscht.

P. Meyer, Bull. de la soc. des anc. textes français 1883, p. 45-54. Deschamps. nos. 12, 93, 207, 239, 362, 403, 432, 652. I p. 86, 199, II p. 29, 69, X p. xxxv. Ixxviss. Journal d'un bourgeois, p. 274. Een gedicht van 9 strofen over de 9 dapperen in verschillende handschriften van Haarlemsche keuren uit de XVe eeuw, zie mijn Rechtsbronnen van Haarlem, p. xlvi vg.