Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 juli 2025
P. Meyer, Bull. de la soc. des anc. textes français 1883, p. 45-54. Deschamps. nos. 12, 93, 207, 239, 362, 403, 432, 652. I p. 86, 199, II p. 29, 69, X p. xxxv. Ixxviss. Journal d'un bourgeois, p. 274. Een gedicht van 9 strofen over de 9 dapperen in verschillende handschriften van Haarlemsche keuren uit de XVe eeuw, zie mijn Rechtsbronnen van Haarlem, p. xlvi vg.
Dat de loonarbeid van vrouwen niet gering is, moge blijken uit enkele cijfers. Volgens het vrouwenjaarboekje zijn in ons land vrouwen werkzaam in 239 beroepen. Dit getal is zeer zuinig berekend, als men in aanmerking neemt dat b.v. alle textiel-arbeidsters daarbij in één beroep zijn ondergebracht, terwijl daar juist zoo'n sterke onderverdeeling in verschillende vakken bestaat.
Thunberg, I. pag. 239. Mrs. Trotter, Old C. C. pag. 248. Mrs. Trotter, Old. C. C. pag. 247. Leibbrandt, Rambles. Theal, Hist. of S. A. II, pag. 57. Mrs. Trotter, t. a. p. pag. 218. Leibbrandt, Rambles. Watermeyer, Three Lectures pag. 46. Rapport van Commissaris Verburg 1672. Theal, I. pag. 117. Leibbrandt, Journal. 19 Maart 1708. Watermeyer, Three Lectures. Leibbrandt, Rambles.
"La Réunion des Amours," van Marivaux, aangehaald bij E. et J. de Goncourt, "La femme au 18ième siècle." "La femme au 18ième Siècle," blz. 173. Natuurlijk wordt bedoeld: van de heerschende klassen in beide. "Contes Moraux de Marmontel;" aangehaald in "La femme au 18ième Siècle," blz. 239.
"Bij veroordeeling wegens een der in de artikelen 239 en 241-250quater omschreven misdrijven, kan ontzetting van de in artikel 28 No. 1-5 vermelde rechten worden uitgesproken. "Indien de schuldige aan een der misdrijven in de artikelen 249-250quater omschreven het misdrijf in zijn beroep begaat, kan hij van de uitoefening van dat beroep worden ontzet.
Ged., 25, 8; 36, 12-25; 135, 104; 205, 80; 19, 92; 54, 123; 55, 190; 146, 290-2. Ged., 164, 26; 109, 149 vlgg. Opvatting zijner taak als dichter vgl. Ged., 16, 1; 45, 18-20; 53, 1; 66, 9-10; 169, 10-23; 247, 5-7. Laatste jaren en dagen: bl. 66, vs. 9-10; 183, 1-8; 236, no. 111; 239, no. 113; 249, no. 119. Voorstelling van den Dood als een man in het wit gekleed, bl. 201, 121-'2; 202, 213-'6.
J. A. Hoens in Limburg's Jaarboek VIII, bl. 239. Ik kom hier nader op terug. Laat ik voor het oogenblik slechts opmerken, dat onze uitdrukking de "de duivel is los" of "dan is de duivel los" niet specifiek Nederlandsch, zelfs niet specifiek Germaansch is. Het is waar, ook van den god Loki geldt het: Loki er or böndum: "Loki is ontbonden."
Het Fransch heeft evenzoo zijn: "Menton d'or, bouche d'argent" etc.; vgl. SCHEFFLER'S Französische Volksdichtung, I, 239. De vroegste opteekening die ik te onzent van dergelijke liedjes vond is van 1680 in het liedboekje Amsterdamse-Spinhuys, bl. 76: "Een aerdig Lied van een Wagenaer en sijn lief Hille": De Wagenaer die vatte sijn Lief al bij haer hoofje. Hey, wat is dat, Hille?
Staat, II 147; VAN KAMPEN, Karakterk. II 337, 405, 414; BOSSCHA, Heldendaden, II 103, 168, 239, 240, 258; STEENBERGEN, Lijkrede op Prinses Albertine Agnes; VAN LEEUWEN, Kronyk, 456; VAN HALMAEL in den Friesche Volks-Almanak, 1844, 182. Behalve zeven dochters, liet de Prins slechts een zoon na, JAN WILLEM FRISO, die naauwelijks den ouderdom van acht jaren had bereikt.
De geparodiëerde gebeden, die plaatselijk den naam dragen van wilde gebeden en veelal in de kinderwereld terecht gekomen zijn, vindt men uitvoerig behandeld in De Cock-Teirlinck, Kinderspel en Kinderlust VIII, bl. 168 vlg. Een andere groep vormen de pastoorspreeken, ook in het noordelijk gebied niet onbekend; zie Volkskunde XX, bl. 73, 117, 178, 232; XXI, bl. 37, 80, 101, 150, 239.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek