Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 september 2025
Wat de Begeerten betreft, deze zijn natuurlijk goed of slecht voorzoover zij uit goede of slechte aandoeningen ontspringen. Stelling LIX. Tot alle daden, waartoe wij door een aandoening, welke lijding is, gedreven worden, kunnen wij ook zonder deze door de Rede genoopt worden. Bewijs. St. St. XLI v.d. St. XLI en XLIII v.d. St.
Gerson, Opera, III p. 299. Friedländer, Jahrb. d. K. Preuss. Kunstsammlungen, XVII. 1896, p. 206. Wetzer und Welte, Kirchenlexikon, s. v. Musik, col., 2040. Chastellain, III p. 155. H. van den Velden, Rod. Agricola, een Nederlandsen humanist der vijftiende eeuw, 1e dl., Leiden 1911, p. 44. Deschamps, X no. 33, p. xli. In den voorlaatsten regel staat "l'ostel", wat natuurlijk geen zin geeft.
XLI. Lafhartigheid wordt toegeschreven aan hem, wiens Begeerte wordt in bedwang gehouden door angst voor een gevaar dat zijns gelijken aandurven. Toelichting: Lafhartigheid is dus niets anders dan vrees voor een kwaad dat de meeste menschen niet plegen te vreezen, zoodat ik haar niet tot de Begeerten reken.
XVIII p. 366. L.c., t. XLI p. 489. Dion. Cart. De laudibus sanctae et individuae trinitatis t. XXXV p. 137; de laud. glor. Virg. Mariae, en passim. Het gebruik der supertermen ontleent hij reeds aan Dionysius treopagita. James, Varieties of rel. exp., p. 419. Beide voorbeelden naar James, l.c., p. 417. Opera, I p. xliv. Seuse, Leben, cap. 3, ed.
Deze godsman, die door sommigen onder de klasse der Aartsvaders wordt gerangschikt, ofschoon anderen beweren ... doch dit zullen wy onbeslist laten zeker is het, dat Jozef granen opkocht, en op den bovensten trap stond, want, jufvrouw Laps, wy lezen in Genesis XLI... Ja, dat weet ik. Hy reed in Farao's wagen, en droeg een witte zyden rok. Myn oom is fakter. Dat was m'n vader ook. Zóó ... o ... o!
Waaruit blijkt, evenals uit Stelling XXI Deel I en andere stellingen, dat onze Geest, voorzoover hij begrijpt, een eeuwige openbaring des Denkens is, welke door een andere eeuwige denkwijze bepaald wordt, en deze wederom door een andere en zoo tot in het oneindige, zoodanig dat al deze openbaringen tezamen Gods eeuwig en oneindig verstand uitmaken. Stelling XLI. Bewijs. Gevolg St. XXII en St.
XLI. De mijn gesprongen. De ontploffing Snelle vaart van het vlot. De woede van den stortvloed Onverwachte overstrooming. XLII. De nauwe put. Geen voedsel meer. Levend verbranden. De laatste maaltijd. Een gloeiende dampkring. XLIII. Miswijzend kompas. Ontploffingen. Een uitbarsting. Zwavelvlammen. Het vlot blijft liggen. Op nieuw opgestuwd. XLIV. Op aarde terug. In Azië? De tegenvoeters.
XLI p. 496. Oeuvres, VI p. 49. T.a. p. 60. Villon, Testament, XLI, vs.321-328, ed. Longnon, p. 33. Champion, Villon, 1 p. 303. Mâle l.c. p. 389. Leroux de Lincy, Livre des légendes, p. 95. Le livre des faits etc., II p. 184. Journal d'un bourgeois, I p. 233/4, 392, 276. Zie verder Champion, Villon, I p. 306. A. de la Salle, Le Reconfort de Madame du Fresne, ed. J. Nève, Paris. 1903.
Stelling XLII. Opgewektheid kan nooit bovenmatig zijn, maar is steeds goed. Neerslachtigheid daarentegen is steeds slecht. Bewijs. St. St. XXXIX v.d. St. XXXVIII v.d. Stelling XLIII. Prikkeling kan bovenmatig en daardoor slecht zijn. Pijn evenwel kan in zoover goed zijn als de blijheidsaandoening van prikkeling slecht is. Bewijs. St. VI v.d. St. XXXVIII v.d. St. XLI v.d. St. V v.d. St. III v.d.
Omtrent de reden waarom deze aandoening meestal verbonden is met afgunst, zie Stelling XXXII van dit Deel en de Opmerking daarbij. XXXIV. Dank of Dankbaarheid is Begeerte, of een streven der Liefde om wèl te doen wie ons uit gelijke Liefde een weldaad heeft bewezen. XXXIX en Opmerking St. XLI v.d. XXVII v.d. XXXIX v.d.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek