Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juli 2025


Intusschen droeg Witse met behulp van Mieke de verstijfde moeder naar een ander vertrek, waar zij haar op een bed nederlegden. Clara volgde hen op den voet. "Wat moet er gedaan worden, mijnheer Witse?" vroeg zij. "Drink een glas water, juffrouw Donze!" sprak Gerrit, gelukkig dat zij hem herkend had; "en laat dit meisje het ook doen. Wees zoo goed de kleeren van de oude vrouw los te maken.

Op Witses verzoek om "een beetje licht te maken," rees een kleine gestalte, die voor een stoel op de knieën gelegen had, op en stiet een luik open. Witse trad inmiddels voor de hooge en benauwde bedstede, waarin de zieke lag. Het was onmogelijk in haar eene jonge dochter van nauwelijks achttien jaar te herkennen.

Witse had een knappen, oppassenden jongen, den roem van alle scholen, en daarna een sieraad der academie; terwijl de zoon van mijnheer en mevrouw Van Hoel een eigenzinnige domkop was, waar niets van was te maken, en die zich, tot jaren van onderscheid gekomen, al spoedig als een losbol onderscheidde en naar de Oost was gezonden, omdat men niet wist wat er hier mee uit te richten.

Het was een warme dag; niemand waagde zich op het terras, door een brandende zon beschenen. Aan den ganschen voorgevel waren alle zonneschermen zorgvuldig gesloten. Eenige witte duiven zaten onbewegelijk op het dak en schitterden in het felle licht. "Ziedaar de duiven," zeide Witse, "maar waar is de schoone?

Hoe ondenkbaar moet in zijn oogen een Nederland zonder spoorwegen; hoe buitensporig een Sint-Nicolaas met verguldsel voorkomen; hoe ongepast een karakteristiek der periodieke pers, als in "Gerrit Witse" beproefd is! Wat weet het van baleintjes om lange pijpen door te steken? van achtëntwintigen? van veete tegen de Belgen? wat van lantarenvullers?

Daarop brak de heer Witse het stilzwijgen. "We moesten toch iets ter eere van den candidaat doen, dunkt me?" zeide hij. "Dat heb ik ook al gedacht," antwoordde zijn eenstemmige dierbare. "Een dineetje zou wel aardig zijn." "Ja; wie al zoo? de Vernooyen, dunkt je niet?" "Best; ik zal ze zelf gaan vragen; en dan de Van Hoels voor

"Mijnheer Witse, je moet nooit troef uitspelen, of je moet er in dóórgaan," "mijnheer Witse! je moet altijd..." Maar wij kunnen geene lessen uitdeelen, lezer, en gij zijt even onschuldig als Gerrit. Aan het bostontafeltje met mevrouw Van Hoel heerschte een ander gebrek.

Dit was gewaagd. De heer Vernooy bouwde op de enkele, hoezeer wel eenigszins opgevijzelde, vermelding van een paar eendepootgele handschoenen de vermetele onderstelling dat zij waarlijk een historische rol hadden gespeeld, terwijl zij niets dan een lijdelijk sieraad waren geweest, volstrekt niets dan een lijdelijk sieraad, voor den jongenheer Witse.

Mevrouw Witse had de dwaasheid gehad, zonder Gerrits weten, daar hij zelfs niet vermoedde dat zijn goede mama dergelijke prullen bewaard had, afschriften te verspreiden van een paar versjes, die Gerrit op zijn twaalfde jaar gemaakt had en die natuurlijk middelmatig waren, maar zooals verzen van kinderen meestal, in zulk een hoog ernstigen toon geschreven en zoo vol van dood en eeuwigheid, dat Klaartje, aan wie zij getoond waren, er in haar hart vreeselijk om gelachen had.

De heer van der Hoogen af. 201 Een groote Hans en Adellijke Heer. Besluit. 209 's Winters buiten. 214 Gerrit Witse. 227 Studentenangst. 227 Oudervreugd. 233 Meisjeskwelling. 237 Vrienden-hartelijkheid. 244 Dokters lief en leed. 260 Bijvoegsel der Derde Uitgave tot de Narede en Opdracht aan een Vriend. 267 Laatste Bijvoegsel. 269 Verspreide stukken van Hildebrand. De Gids, Jaargang 1837, 1838.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek