Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 mei 2025
Men weefde, verhaalt SANDERUS, in het doek de afbeelding van bloemen en dieren, van jachten en gevechten, van landschappen met weiden, bosschen, hoven, heuvelen en kasteelen, alles zoo nauwkeurig, als het een schilder zou hebben gedaan; met zooveel verscheidenheid, als de weelderige natuur er aanbiedt, en zoo fijn, dat het oog zich vermoeide, als het al die beelden in een meer van glinsterende witheid bezichtigde.
En in dat groote bleeke veld dwaalden hèr en dèr voetstappen van menschen, die omhoog waren gegaan dwars door het veld, de witheid borend en storend met een gat donker; of er kwamen soms doode, dorre grassprieten naar boven als borstels, als dikke haren rijzend uit de donzige, blanke vlakte.
Jozef was er eerst tegen geweest, dat zij- zelf al die kleêrtjes maken zoû, maar als hij haar nu, na dat zij het toch doorgedreven had, aan den gang zag, en haar lieve gezicht boven al die zuivere witheid uit zag komen, vond hij 't toch wel aardig.
De offers van merkwaardige vruchten en zonderlinge bloemen, de hoopen koren en rijst, op lakens van een verblindende witheid uitgespreid, de bonte menigte, die af en aan golfde in gereserveerde kalmte, al die elementen werkten op de verbeelding en deden iemand als in een droom verkeeren, gewiegd door den sterken geur uit al die bloemen en vruchten, de brandende waskaarsen en, het moet gezegd, de uitwaseming van al die menschen onder de heete tropenzon.
De sterren staan en bliksemen, als oogen, ongeteld, van boven, uit de koppen van die reuzen vol geweld. Ze groeien immer grooter, en de witheid van de snee verzwaart de zwarte stammen. Zich ! van een' zoo wordt er twee! 'k Versta nu hoe van drollen , gij, en droezen hebt gedroomd, wanneer ge, Noordsche heidenen, verkeerdet in 't geboomt.
Het menschelijk leven was nauw te bespeuren in al die witheid en telde niet meer. Een schaarsch zwert ventje op het land of op een grachtbruggesken, en een wagen op den steenweg. O, heel de witte, witte wereld! Hij was er niet meer als noodig om te groeien, te leven en leven te geven, maar als om niets anders te doen dan schoon en wit te zijn. En heel het land was stil lijk de sneeuw zelf.
Ik geniet van de witheid harer aardige huiven, van de blankheid van haar teint, de lenigheid harer bloote armen, mooi uitkomend tegen 't zwart fluweel der korte mouwtjes.
Hij zag in zijn verbeelding een schoone maagde-boezem, die rustig sliep en zacht ademhaalde; de oogleden waren beschaduwd door lange wimpers, die sierlijke booglijnen beschreven als de Maagden van Rafaël, de kleine mond glimlachte; 't geheele gelaat ademde maagdelijkheid, reinheid, onschuld; dat gezichtje was een lieflijke verschijning te midden der witheid van het bed, gelijk een cherubskopje tusschen wolken.
Wanneer men dan die gordijn van dampen als het ware voorbij gestevend was, dan verscheen hare oppervlakte als bezaaid, als geheuveld door krulvormige wolkjes van eene schitterende witheid, die als het ware met kleine gestolde loovertjes overdekt waren, hetgeen onder andere breedten aan de vorming van hagel zou hebben doen denken. Misschien was het dat wel.
En van uit de wijde portieken der kerk suisde een zachte, weeke muziek. Een enkele kerkganger uitgaande van den mond der kolonnaden, ontrustte een oogenblik die onverstoorbare witheid en verdween vervolgens in het rossige duister der portieken.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek