United States or Martinique ? Vote for the TOP Country of the Week !


"En dat dan," ging Schaunard voort, terwijl hij op den met sterren en loovertjes bezaaiden rok, die over een stoel geworpen was, wees, "dat is ook zeker mijn ambtsgewaad niet?" En hij keek Marcel uitdagend aan. "En dat dan," vervolgde Schaunard en trok het deurwaardersexploot, waarvan hierboven sprake was, van den muur.

Maar voor dat alles en nog meer, dat de pronkzaal bevat, wij hebben er thans geen oog voor; want deze dag is, als wij reeds zeiden, een buitengewone: de zwart en wit geruite marmeren vloer is bestrooid met loovertjes en winterbloempjes, acht festoenen van groen en gebloemte zijn met het eene einde vastgemaakt aan krammen, in de bovenhoeken van het vertrek, en aan het midden van elke bovenlijst geslagen, terwijl de andere einden zich vereenigen aan een knop, op korten afstand van den wand in de zoldering bevestigd: en van dien knop hangt, vlak tegenover den schoorsteen en voor den grooten Venetiaanschen spiegel met kristallijnen rand, een zware kroon van goud en gebloemte, met zijden linten doorstrikt, boven eene kleine verhevenheid, waarop, in een prachtig getooiden armstoel, de Bruid "te pronk" zal zitten gelijk de gewone uitdrukking luidt.

De boomen waren allen als met een waas van groene loovertjes bedekt, de heggen waren vol kamille en paaschbloemen, en de bosschen vol blauwe hyacinthen en roode orchideeën; en overal was gerucht van vogels, grijze lijsters, merels, roodborstjes, vinken en vele andere soorten en in een warmer hoekje van het park ontvouwde zich wat brem, en renden en sprongen vaalroode herten rond.

Hij, de herder onzer wegen ! Hij heeft meest van al gekregen ! Naar de verte verdwaald, Heb ik dien stam gevonden Heb ik hem hier gehaald En met bloemen omwonden En de lente hergeven Aan wien lente ontvlood Zoo is het leven Zoo is de dood ! Zoo is het leven Zoo is de dood ! Menig stam, die al zucht En al bladerloos wankelt, Om wiens kruin nog een vlucht Groene loovertjes sprankelt.

Grimhilde sprak tot haar dochter: "Goedroen, al het goud zal ik u geven, dat u toekomt na uws vaders dood, en den burcht en de ringen en heel het heir van koning Lodver en de dienstmaagden van Boedli, Brunhilde's vader, die loovertjes in goudstof weven. Want alleen zult gij heerschen over de schatten des konings, als Atli's vrouw.

Om zich tegen den snijdenden kouden morgenwind te beschermen, schoot Schaunard inderhaast een rose zijden en met sterretjes en loovertjes bezaaiden rok aan, dien hij als kamerjapon gebruikte.

Het water vertoonde zich als bezaaid met vlokjes verzilverde loovertjes, welker glans verbleekte bij het naderen van den oever. Er was geen spoor te bekennen van wolk of van nevel of van damp, hoe ijl ook op den geheelen omtrek van den gezichteinder, Niets bedierf de zuiverheid dier cirkellijn, die met een passer niet fijner op het fraaiste wit velijn papier had kunnen getrokken worden.

Ook zorgden zij voor de bruiloftskroon, twee halve hoepels kruisgewijze over een heelen bevestigd, met roosmarijn en loovertjes omvlochten, met gekleurde waaiers en vlaggetjes, en in 't midden binnenin hingen zij een paar cupidootjes, of twee vereende rechterhanden, of een hart met pijlen, of een wieg als onbeschroomde en onergerlijke uiting van wat ieder van het huwelijk hoopte.

Zij stond naast den generaal, zich dwingend te luisteren om niet iets heel dwaas te antwoorden; zij was heel lang, rank en recht, hare schouders blondwit als een marmer, waar zon over schijnt, bloesemend uit eene sombere vaas van zwart: fijne zwarte tulle, die sleepte, geheel en al bezaaid met kleine zwarte pailletten, als loovertjes van git: eene glinstering van zwart op transparant zwart, dat dof was; een koord met gitten kwasten, die laag afhingen, gestrikt om haar leest.

Zoo stond zij daar blond, blondblank en zwart, een beetje somber in het licht van andere toiletten, en als eenige helte, in haar ooren een paar diamanten, die waren als droppelen dauw. Er was eene trilling in hare dunne Suède vingers, die den waaier bewogen: eene zwarte tulle transparentheid, waarop dezelfde loovertjes van git glinsterden als met een spel van glansjes zwart.