Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 juni 2025
Merels en zoetelieven, wielewalen en vinken, kneuters en kwiksteerten deden van wellust de boomen zingen; en tusschen het geklank dier verschillende rumoerige vogelenkelen, floot kalm en trotsch de koninklijke nachtegaal. Het was een gulden fluit, die in de boomen hong en telkenmale klonk, als er een regenlek op klopte.
De land-vogelen zyn graauwe Patryzen, zoo dik als een Kapoen, en zeer goed van smaak, schoon een weinig droog; Faisanten, die kleiner, en zoo goed niet zyn, als in Frankryk; Ringelduiven, Tortelduiven, Merels, Leeuwriken, Brom-vogeltjes; en eene meenigte andere groote en kleine vogelen, waar onder men moet rekenen de Papegayen, die zeer talryk zyn, en eene uitmuntende soep verschaffen.
Om vliegende Insecten bekommeren zij zich weinig of niet; toch ziet men sommige Merels van tijd tot tijd op een onbehendige wijze hun prooi al vliegend vervolgen. Naar het schijnt, zijn de meeste soorten zeer verlekkerd op bessen; sommige geven de voorkeur aan die van de eene, andere aan die van een andere plant.
De boomen waren allen als met een waas van groene loovertjes bedekt, de heggen waren vol kamille en paaschbloemen, en de bosschen vol blauwe hyacinthen en roode orchideeën; en overal was gerucht van vogels, grijze lijsters, merels, roodborstjes, vinken en vele andere soorten en in een warmer hoekje van het park ontvouwde zich wat brem, en renden en sprongen vaalroode herten rond.
"Toen de haan hem wakker kraaide, was het woud door de open deur gezien, al blauwig van den vroegen uchtend; een rozige straal gleed van het vensterken in de kluis, en buiten was er getjilp en gefluit van meezen en merels in de koelte."
In zijn vijvers zijn de eenden gekomen, die een nest zullen bouwen onder de lage takken van den sparreboom aan den oever; de hazelaars bloeien; zijn moestuin wordt sedert vrouwendag in orde gebracht, en weldra zullen zijn doperwten worden gelegd; nog een veertien dagen, en de stier begint rond te gaan, en de merels zingen luide en heerlijk in zijn nog dor hout.
Telkens was de grond met sneeuw bedekt." De Vogel werd vleugellam, liep snel over den grond en verdween in een konijnenhol, vóór hetwelk overblijfsels van Zanglijsters en Merels lagen. Ik liet den gang opgraven, en hoe verder wij kwamen, des te meer overblijfsels vonden wij. Deze waren alle van Vogels; er was geen enkele van een Mol of van een Muis bij.
"Laat ze me raspsel van marmer geven, aardolie van Naxos, zeewater, of wat dan ook! Als ik eens een bad nam?" Hij kauwde sneeuw, weifelde voor een schotel rose merels, en nam ten laatste honingpompoenen. De kleine Aziaat zag bewonderend naar hem op; die zwelgers-aanleg verried een wonderbaar en bovenaardsch wezen.
Ligt niet die Liefde als een zonne-damp over 't smaragd gazon, waar zwart-fluweelen merels de perels dauw het gras af stelen, gloed en vocht vindend in dien weel'gen kamp? Alle bosschages houden heerlijk wijd hun blâren-volten in de lucht! beneden ligt warmte-bevend om hun voet gegleden een vloed van gloênde bloeme', o! teederheid!
Ik weet niet wat de' avond zoo stil doet zijn.... Komt het van 't zwijgen der wilde merels, Of van de peinzende sterreperels, Of doet het de stervende zonneschijn Die zachtkens zachtkens de kim toespreidt Zijn vlinderteêre doorzichtigheid? Ik weet niet wat de' avond zoo stil doet zijn.... Liggen de luide dingen versloten Achter verzegelde zilveren sloten Die over de verten genageld zijn?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek