Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 juli 2025
Ik denk hierbij onwillekeurig aan de beminnelijke vriendin van Goethe, de jonge Bettina Brentano, die als een ree van het buitenleven genoot; die de hoogste bergen beklom om zich daar in het gouden zonnelicht te baden; die zich niet ontzag om door wind en regen te loopen, of een onweersbui te laten overtrekken, staande onder een bloeiende linde, tusschen wier bladeren zij witte bliksemstralen flikkeren zag; die aan het strand lag, door kabbelende golven omstuwd; of hoog op de takken zat van een reusachtigen kastanjeboom, te midden van groen licht en groene schaduwen; of op het grasperk van den grooten tuin, uitgestrekt, zich vergastte aan de geuren van mos, taxus en roode anjelieren, zelfs met een paar bloeiende heestertakjes in den mond, om de nijvere bij tot zich te lokken; die op avonden als de maan scheen, tusschen de hagen van den wijngaard, onder de doorschijnende, lichtgroene trossen wandelde, en soms den geheelen zomernacht buiten bleef, insluimerend onder het nachtlied van merels en nachtegalen, om niet eer dan door het morgenlicht te worden gewekt....
Ook daar, waar Maarten staat, zijn de musschen en de merels aan het sleepen, en zij hebben aan hem, terwijl hij de molshoopen slecht, al gelijksoortige gedachten als aan Hillie in het hoofd gejaagd. En dan heeft hij, op zijn beurt, reeds menigen keer uitgetuurd naar den kant, waar hij weet, dat Hillie het potlam voedt. Dat komt er ook van, als het lente is in de wei.
Tusschen de spreeuwenlegioenen zijn de musschen, met de drukte van straatgepeupel, en de merels, met de gemaaktheid van artisten, aan het sleepen voor haar nesten. En Hillie, die haar moederplicht jegens het lammerkind volbracht heeft, ziet het, voordat zij den terugweg aanvaardt, een tijdlang aan.
Slechts enkele van de Merels, die in het hooge noorden geboren en grootgebracht zijn, trekken in het najaar zuidwaarts; zij nemen hun weg ten deele over ons land; vele overwinteren echter reeds in het zuiden van Zweden.
Een ree sprong uit het kreupelhout, een damhert bleef staan op een viersprong, een das kwam uit een hol, op een grasvlak pronkte een pauw met zijn staart; en toen hij ze alle gedood had, kwamen er andere reeën, andere damherten, andere dassen, andere pauwen, merels en meerkollen, bunzings, vossen, egels, lynxen, almaar-door nieuwe dieren, ontelbaar en bij iedere schrede talrijker.
Zoo in den zingenden hof Met de merels en madelieven Met het blijmoedige lof En de harige honigdieven, Zoo als een doeniet den dag Uit den zondronken hemel te kijken, Dwars door het feestlijk gevlag Der bloeiende appelrijken,
De land-vogelen zyn graauwe Patryzen, zoo dik als een Kapoen, en zeer goed van smaak, schoon een weinig droog; Faisanten, die kleiner, en zoo goed niet zyn, als in Frankryk; Ringelduiven, Tortelduiven, Merels, Leeuwriken, Brom-vogeltjes; en eene meenigte andere groote en kleine vogelen, waar onder men moet rekenen de Papegayen, die zeer talryk zyn, en eene uitmuntende soep verschaffen.
De musschen en de merels brengen Hillie op de gedachte, dat het eigen nestje te bouwen een gepast en bekoorlijk werk is in de lente. Hillie wendt de oogen van de musschen en de merels af naar heel in de verte, waar een zwart iets zich gestadig op- en neerbeweegt. Zij weet, dat het Maarten is, die ginds, op wel meer dan een kwartier afstands, met de spade molshoopen platslaat.
Ja, dáár schudt de geest des moeden vreemdelings zijne lasten af, om onbekommerd mee te zingen met de merels in het groen, dat de aarde schoon is, het leven zoet. In die stemming des avonds binnen de stad teruggekeerd, vond de meester eenen brief van huis.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek