Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 4 juni 2025


Zij ontvingen het schrijven dat hier letterlijk volgt , omdat het verdient zooveel mogelijk aan de vergetelheid ontrukt te worden. Het kan zijn dienst doen tot voorlichting van hen, die nog oordeelen: "Wat de onderscheidene kerkbesturen gedaan hebben, heeft, tot eene juiste beoordeeling, nog altijd een nader onderzoek noodig ." Aan de vrouwen E. HOEK, Wed.

ZEVEN EN TACHTIGSTE BRIEF. Wed. Spilgoed bedankt Aletta en haar gastvrouw voor de vruchten. Sara verlangt naar Aletta, dus ze moet maar gauw komen. Chere Letje! Wel kind, wat heb je me daar evenwel een lief en verstandig Briefje geschreven! Kan ik het niet nog meer pryzen? want, al den lof, dien ik u geef als eene puntige schryfster, kryg ik immers met intrest te rug?

En wat Saartje betreft: doe een valschen eed, dat haar moeder je het geld beloofd heeft tot aan Sara's huwelijk. Wil je dat niet, loop dan rond! ZES EN NEGENTIGSTE BRIEF. Wed. Spilgoed aan Hendrik Edeling: zij wantrouwt R., maar heeft geen bewijzen; hij deed fatsoenlijk. Onverschillig is Edeling Sara niet, want zij herleest zijn brieven!

't Zonnetje gaat van ons scheiden? Ik wed, dat de zoete rust kwam, nog eer het klonk: Zoete rust mogen wij beiden. Eén buurmeisje herinner ik me ook nog levendig, ofschoon ik haar nooit gesproken heb. Ze woonde niet in de Leliestraat, maar op de daarop volgende en nettere Bloemgracht.

De Muziek heb ik ontfangen. ô Wat zyt gy een goed man! Kon ik u mondeling zeggen, hoe zeer ik u acht, en hoe gelukkig ik my reken van te zyn, TWAALFDE BRIEF. Anna Willis waarschuwt Saartje: ze is zoo jong; ze moet zich nogeens bedenken; misschien trouwt ze gauw; gaat 't verkeerd, dan krijgt Sara de schuld. Bij die wed. Sp. leven ze luchtigjes, ook Aletta is maar luchtig.

Zijne hoogheid hield al klepperend een praatje in zich zelf. Op 't zelfde oogenblik kwam er nog een ooievaar aanvliegen, ook recht op het weiland af, waar de andere ooievaar stond. "Ik wed om mijn' baard, edele heer," zei de grootvizier, "dat die twee daar straks een mooi gesprek met elkaar houden. Wat dunkt U er van, als we eens ooievaars werden?" "Uitstekend!" zei de Kalif.

Jelui bent immers ook wel eens boos geweest, wed ik, ja, wellicht ook wel eens op je ouders, is het niet? Nu, weest maar eerlijk en zegt gerust, dat het waar is; want daarom ben jelui nog niet slecht. En wil ik eens zeggen, waarom niet? Wel, omdat je er naderhand berouw van hadt, en.... omdat je het nooit meer deedt. Ben jelui nu nog boos op dien apotheker? Ja, nog wel wat.

En zij lichtte haar kleinen wijsvinger op, en zag hem met alle mogelijke coquetterie in de oogen. De heer Van der Hoogen had er, wed ik, zijn mooie handschoenen voor willen verbeuren, indien hij had kunnen blozen. Maar zijn blos was wie weet waar? "Al weer foei!" hernam hij, "dat is nu toch niet edelmoedig, juffrouw Henriette!"

HONDERD-VIER EN DERTIGSTE BRIEF. Anna Willis bericht Sara de thuiskomst van Moeder en haar; ze zullen veel te praten hebben. Zij weet van de historie met R. niets. Zij zelf gaat binnenkort trouwen. Is Smit eenmaal ergens beroepen, dan blijft hij er; hij is gematigd, houdt niet van godsdiensttwist. HONDERD-VIJF EN DERTIGSTE BRIEF. Wed.

Ik wed dat het de dominé is." "Neen, d

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek