United States or South Korea ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Waartoe zou dit dienen?" vroeg hij zoo bedaard mogelijk, doch tastte middelerwijl geheimzinnig in den zak van zijn wambuis; maakte een snelle beweging met den kroes onder de tafel, en vervolgde toen, geveinsd lachende: "Doch indien gij denkt dat mijn geluk in den kroes steekt, welnu hier is hij."

Als deze schutter dien stok kan klieven, dan beken ik mij door hem, of liever door den duivel, die in zijn wambuis zit, en niet door menschelijke behendigheid, overwonnen; een mensch kan niet meer dan zijn best doen, en ik wil niet schieten, waar ik zeker ben te missen.

Vervolgens trok hij een gescheurd wambuis, een gelapt opperste kleed en eene hooze met gaten aan; naar Spaansche wijs zette hij eene toque met wuivende pluim op en gordde een zweerd om. Aldus verliet hij het leger en stapte naar Maastricht. De winterkoninkjes, voorboden der koude, vlogen rond de huizen, om eene schuilplaats te zoeken. Den derden dag viel het aan 't sneeuwen.

Maar hier hebben we er een, dat ons doet voelen hoe mooi ze stonden, hoe schilderachtig ze den persoon kleedden. Breed en kloek is de borst, en zijn de schouders onder zoo'n wambuis met mantelkraag. De breedgerande, vilten hoed geeft den kop een prachtige vierkantheid; hij kleedt ontegenzeggelijk mooier dan de hooge cylinderhoeden uit onze dagen.

Omstreeks 11 uur haalde eene Spaansche compagnie, door Juliaan Romero aangevoerd, Egmond uit de gevangenis. Men wilde hem de handen binden, maar hij uitte den wensch, dat die vernedering hem bespaard zou worden, sloeg zijn tabbaard open en toonde dat hij, ten einde den beul een deel van diens werk te besparen, zelf de kraag van zijn wambuis afgesneden had. Romero willigde zijn verzoek in.

De bemanning bestaat uit Mingreliërs en Goeriërs, beiden even schoon wat lichaamsbouw en voorkomen betreft, maar verschillend in kleederdracht: de eersten gekleed met de lange tsjokha, terwijl de anderen een kort wambuis dragen. Het hoofddeksel, de bashlik, is voor beiden gelijk: bij de Goeriërs is deze kap of muts dikwijls rood van kleur.

Zich broederlijk mengend onder Walen en Vlamingen, vergat Uilenspiegel niet, van tijd tot tijd te tasten naar de brieven onder zijn wambuis. De lustige deernen riepen hem toe: Pelgrim, schoone pelgrim, kom hier en laat ons hooren den gloed uwer rede.

Oprijje jij daar! Je weet wel, dat je hier niet mag blijven staan!" Maar in groote groepen hokt het volk rondom de herberg. Een man komt aanrennen. Hij heeft een dik rood gezicht, draagt een wit wambuis. Opgewonden tikt hij tegen de ruiten der deur. Hij fluistert met den herbergier. De deur gaat open. De deur gaat dicht. Even ziet het volk een wit, klein lichaam. "Da's de vader!" "Ach Jezus!"

De jongeling droeg een blauw zijden, naar onderen openhangend en met gouden knoopjes versierd wambuis, wijde broek en roode schoenen, een ligte muts met een hooge door een diamant vastgehouden veder op het hoofd, een korte sabel met fraai gevest ter zijde nevens een met edelgesteenten bezetten dolk in den rijkgestikten gordel, en een lange speer in de rechterhand.

Snel ontdeed hij zich van zijn wambuis, en wierp zich toen op het groote ledikant. Een diepe slaap maakte zich weldra van hem meester, en benauwende droomen, zonder eenigen samenhang, vervingen elkander met de zonderlingste afwisseling.