Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juli 2025
Verbaasd zagen haar vader en zijn gast haar aan; zij was opgesprongen van haar zetel en stond met glinsterende oogen en blozend gelaat voor hen, terwijl zij uitriep: "Hoort gij het, Vader en gij, Torre, die daar zoo suf voor u uit zit te staren? Hoort gij, wat Heer Walewein vertelt?
Zij nam het schild, dat haar toevertrouwd was, van den wand en begaf zich ermede naar de zaal, waar Walewein in spanning haar terugkeer verbeidde. Alvorens hem het schild in handen te geven, ontdeed zij het van het zijden omhulsel, waarmede hare handige vingeren het hadden voorzien.
Toch lichtten hare oogen scherp en boosaardig, wanneer zij haren blik liet gaan over de geknielde menigte en eene valsche grijns trok om haar tandeloozen mond. Naast haar zat de schoonste vrouw, die Walewein ooit gezien had.
Alvorens een ieder zich naar zijn slaapvertrek begaf, wendde Walewein zich tot den graaf en gaf zijn verlangen te kennen om den volgenden morgen te vertrekken, maar deze wilde er niets van hooren! "De groene kapel bevindt zich slechts een halfuur gaans van hier", sprak hij. "Wanneer gij u dus op Nieuwjaarsmorgen tijdig daarheen begeeft, kunt gij er zeker van zijn, daar niet te laat te komen.
Gisteren waren de veertig dagen verstreken en ik heb tevergeefs gezocht, want er zijn slechts twee ridders, die mij kunnen helpen: de één is Heer Iwein, maar helaas, ik weet niet, of hij leeft, of dood is, en de ander, Heer Walewein, was juist afwezig, toen ik aan het hof kwam, om zijne hulp in te roepen.
Hij verzocht, neen, hij smeekte den koning, om Modred voor te stellen, de vijandelijkheden een maand lang te staken; na afloop van dien termijn zou Lanceloet komen om zijn vorst te helpen. Na dit gezegd te hebben, verdween de gestalte van Walewein en de koning ontwaakte. Hoe Arthur zijnen vijanden om een wapenstilstand verzocht en hoe door eene vergissing de strijd toch ontbrandde.
Vertrouw op mij, ik zal zorgen, dat gij uw afspraak houdt!" Zoo liet Walewein zich overhalen, om nog een nacht in het slot te vertoeven en de overeenkomst tusschen hem en den graaf werd hernieuwd. De laatste was opnieuw vroeg uit de veeren en bij het aanbreken van den dag reed hij met zijne ridders uit op de vossenjacht.
Met blijde voldoening overhandigde de graaf zijn gast de buit van dien dag en ontving daarvoor van Walewein drie kussen. Van den groenen gordel werd echter met geen woord gerept. De laatste avond van Waleweins verblijf in het kasteel werd met grooten luister gevierd.
Toen allen zich gereed maakten om zich naar hunne slaapvertrekken te begeven, naderde Walewein zijn gastheer en betuigde hem zijnen dank voor zijn gastvrij onthaal. Nooit, zoo zeide hij, zou hij de genotvolle dagen vergeten, die hij op het slot had mogen doorbrengen en die hem na de geleden ontberingen van zijn wintersche reis, dubbel schoon waren voorgekomen.
Door het dal stroomde een beekje, aan welks oever de ridder op eenigen afstand eene kogelvormige verhevenheid ontdekte. Getroffen door den eigenaardigen vorm van deze oneffenheid in den bodem begaf Walewein zich er heen, bond zijn paard aan een naastbijzijnden boom en ging voorzichtig op den vreemden heuvel af.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek