Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juli 2025
W.J.A. Jonckbloet gaf onzen Roman van Walewein naar het handschrift uit, dat berust in de Bibliotheek der Maatschappij van Nederlandsche Letterkunde te Leiden.
Walewein sloeg het aangewezen pad in, dat met vele kronkelingen langs een hoogen rotswand de heuvel afdaalde. Hier en daar had hij moeite zijn paard op de been te houden op den gladden, besneeuwden rotsbodem, maar ten slotte belandde hij veilig en wel in het dal, dat aan alle zijden door hooge heuvels was ingesloten.
Voort met hem in de eeuwige duisternis, nu hij het licht der Goddelijke openbaring vrijwillig den rug heeft toegekeerd!" Na deze woorden uitgestooten te hebben, verdween de grijze Kundri weer even plotseling als zij gekomen was. Parcival had onder het aanhooren harer verwenschingen het hoofd gebogen; toen hij het weer ophief, was hij alleen in de tent met Walewein, die hem droevig aanzag.
Walewein had verbaasd naar hare woorden geluisterd; nu zij ophield met spreken, wendde hij zich met eene hoffelijke hoofdnijging tot haar en sprak: "Indien gij weet, wie de ridder met de roode mouw zijn kan, zoo smeek ik u, mij zijn naam te noemen. Koning Arthur stelt er hoogen prijs op, dien te weten en ook in zijn eigen belang is het beter, dien niet langer geheim te houden.
Diep teleurgesteld bezon de jonkvrouw zich, tot wien zij zich nu zou wenden, maar geen der andere ridders boezemde haar zóóveel vertrouwen in, als juist Walewein. Toen gebeurde het, dat er aan het hof geruchten doordrongen over den moed en de behendigheid van den Leeuwenridder.
Toen men eindelijk het kasteel naderde, was de vroege schemering reeds gedaald, met luid hoorngeschal kondigden de jagers hunne komst aan en dreunend viel de zware ophaalbrug voor hen neer. De poorten van het slot werden wijd geopend om het gezelschap binnen te laten en met luide welkomstkreten werden de thuiskomenden begroet. Wat was er nu dien dag met Walewein geschied?
Onheilspellend rolden zijne oogen en dreigend zwaaide hij eene gloednieuwe, glinsterende strijdbijl in zijne rechterhand. Aan de beek gekomen, sprong hij er over heen en schreed met lange stappen op Walewein toe. Deze wachtte hem rustig af, de vuist om het gevest van zijn zwaard geklemd en toen de vreemdeling hem genaderd was, sprak Walewein met vaste, rustige stem: "Goeden dag, heer ridder!
Daarop wendde hij zich tot Walewein en voegde hem toe: "Hang uwe strijdbijl op aan gindschen muur, waarde neef! voor heden heeft zij u voldoende diensten bewezen en zij heeft hare rust wel verdiend!"
In een oogwenk zag Walewein zich omringd door lachende gezichten en elkander verdringende gestalten, vroolijke uitroepen en blij gelach vervulden de lucht en getuigden, hoezeer hij bij allen aan het hof geëerd en bemind was.
Slechts met moeite wist Gringalet zich een weg te banen door de sneeuw, die verscheidene voeten hoog lag, de hevige koude deed het bloed in de aderen zijns meesters bijna verstijven en al meer en meer geraakte Walewein buiten het bereik van menschelijke hulp.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek