Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 oktober 2025
Seffens grepen twee jonge deernen elkander vast, en begonnen te draaien dat hun rokken er van ballonden. Dat was de onderbreking, en opeens was al wat beenen had aan den dans. De moeders lieten hun kind in den wieg leggen of stopten het in den arm van een snotjongen, en dansten mee. De zwangere vrouw lachte dat haar dikke buik er van waggelde. Pallieter zag het aan met gelukkigen lach.
Toen kon hij zich niet langer bedwingen: een snijdende wanhoopskreet weerklonk door de kerk en deed het gezang verstommen: ook de jonkvrouw had haar minnaar herkend.... Maar hij waggelde de kerk uit: hij legde zwaard en wapenrusting neder, hulde zich in de grove pij des kluizenaars, en bouwde zich eene kluize in de vallei van Sint-Jan, van waar hij het uitzicht had op het klooster.
De dichte massa waggelde, de rijen braken, allen liepen, ijlden voort, vluchtten, eenigen den aanvalskreet aanheffende, anderen bleek van schrik. De groote stroom dien de boulevards overdekte, verdeelde zich in een oogwenk, vloeide rechts en links en verspreidde zich in stortvloeden over tweehonderd straten, met het gedruisch eener geopende sluis.
Toen deze baby een jaar oud was, waggelde hij heen en weer, juist een duim onder de vijf voet lang, en woog honderd vijftien pond; hij was inderdaad even groot als een cherubin in de Sint Pieters "in Vaticano", en zijn speelsche greep naar het haar en de gelaatstrekken der bezoekers werd het onderwerp van den dag in West-Kensington.
Hikkende, brakende, tuimelend over zijn pooten van achteren, zijn evenwicht herstellend met de voorpooten, waggelde hij voort, nu en dan nog even flauw stootend met den kop, wanneer een kwaadaardige hand rukte aan de geweêrhaakte banderillas, of er een poogde los te trekken en te stelen.
't Was nu geen zinsbegoocheling; de terugkomst eener verschijning is een wezenlijkheid; 't was duidelijk, dat het omgekeerde schrift in den spiegel nu recht stond. Hij begreep. Jean Valjean waggelde, liet de schrijfportefeuille ontglippen en zonk op den ouden armstoel naast het buffet, met neergezonken hoofd, strak, verwilderd oog.
Op een avond gebeurde echter een ongemeen geval. Johan Doxa wandelde om de platte kaaien van de breede vaart. Het was een najaarstijd. Een druppelende nevel hing over het water en de gele lanteernlichten vlekten wijdopen op de dichte damplagen. De avond was dik en rot. Rappe menschen schoven voorbij of een eenzame wagen waggelde gelijk een ruchtbare schaduw door de grijze massale duisternis.
Die vork of gaffel werd wel door 's ridders geweldige zwaardslagen in tweeën gehakt, doch de drager verloor daarom den moed niet, maar bracht met het stuk, dat hij nog in de hand hield, onzen armen held een zoo geduchten veeg over de schouders toe, dat deze waggelde, tuimelde en half kopjebuitelend op den harden, zandigen grond neerplofte.
Een ratelend gerucht steeg uit zijne keel. Ze wilde hem zijwaarts duwen. Hij sprong naar achteren en draaide om den stam van een boom, voortdurig zijn lachend wezen wendend naar haar. Ze stapte haastig voorbij en dacht: Hij weet entwat. Zijn lach waggelde achter haar en dook wijder weg in het duistere gebladerte.
Hij waggelde en beiden vielen van het paard. Op den grond werd de worsteling voortgezet en gedurende eenige minuten hoorde men niets anders dan het heesch gebrul der strijders. Eindelijk was het den dief gelukt zijn mes te grijpen en poogde hij er Selam mede te treffen. Doch deze was geen te verachten vijand en, ziende dat het om het leven ging, verdubbelde hij zijne pogingen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek