Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 juni 2025
Het eene middellijk en het andere onmiddellijk. Toen de opperlieden te Jeruzalem den bergsteen aandroegen voor den bouw van Gods huis, dienden ze Hem middellijk; want de vreeze Gods school toen in den ijver, de gehoorzaamheid en volharding, waarmede ze steenen aandroegen.
Daar zij niet antwoordde uit vreeze van verkeerd te spreken, deed hij het in heure plaats, en zegde hij op den toon van een zedenpreeker: Deugden der vrouwe zijn kuischheid, eerzaamheid en ingetogenheid. Hij ried haar aan zich zedig te kleeden en alles wat heur was, zorgvuldiglijk te verbergen.
En als Hij ook u dan deed komen tot de erfenis der vromen, wien de vreeze zijns naams bekoort, is dan niet juist daarin u een »weldadigheid« bewezen, die in lengte en breedte zeer verre alle andere »weldadigheid« uws Gods teboven gaat? En toch, wie is er, die niet ook voor die weldadigheid den dank in zijn ziel vaak besterven liet, en ophield ook daarvoor te danken?
't Was hem plotseling alsof er in 't geheel geen reden tot vreeze meer bestond, en terwijl nu de hoop zijn liefde voor dat kind te sterker doet opvlammen, legt hij, straks opgestaan, zijn beide handen op Coba's teedere schouders, en zegt met de innigste verrukking, ofschoon uiterlijk kalm: "Ik geloof waarlijk dat je een heelen boel beter bent Coba. Nu dat dacht ik ook wel.
Ik durf niet beoordeelen of het precies waar is, wat Elisée Reclus zegt, dat de Turkmenen zoo eerlijk en trouw zijn, dat iemand die een ander geld leent daarvoor geene schuldbekentenis vordert of die bekentenis in handen van zijn schuldenaar laat; maar al zou ik niet zoo onbepaald op hun nakomen van het gegeven woord vertrouwen, dit is zeker, dat de vreeze het begin der wijsheid is.
En zij, die hunne bulten tegen de plaat wreven, wilden de plaats niet afstaan aan degenen, die volgden; en er werd gevochten, doch zonder gerucht, want zij dorsten niet dan heimelijk stompen, uit vreeze van heiligschennis. De deken zegde tot Uilenspiegel op de zerk te klimmen, opdat alle pelgrims hem goed konden zien. Uilenspiegel antwoordde: Dat kan ik alleen niet.
Want natuurlijk, wij kunnen niet anders oordeelen dan naar wat we waarnemen, en waar nu in personen, die buiten God leven, soms zooveel nobels schittert, en op personen, die in de vreeze Gods staan, soms nog zooveel van het stof der aarde dof maakt wat glinsteren moest, is het zoo onbegrijpelijk niet, dat ons oog door hetgeen blinkt geboeid wordt, en zich aan het doffe en nog bestovene niet hecht.
De vrouw uit onze dagen vreest eigenlijk niets met een grootere vreeze, dan om alleen te worden gelaten, alleen met hare eigene gedachten, want dit maakt haar zooals zij het noemt, droefgeestig.
Vreeze beving aller hart, dat niet alleen onze hope op de geboorte van een Vorstelijke Spruit zou beschaamd worden, maar dat onze Koningin zelve ons zou ontnomen worden! Dat bangste is toen, God zij lof, afgewend.« »Vader,« viel Maria in de rede, »Da Costa zegt iets dergelijks van den Prins van Oranje, onzen lateren tweeden Koning.« »Zoo meisje? Laat hooren.«
Men was nu in de nabijheid van een volkrijk dorp gekomen, hetwelk de Spanjaards ongetwijfeld moesten doortrekken, en de gids begreep, dat het onvoorzichtig ware, verder voort te gaan, uit vreeze van het konvooi mis te loopen, en evenzeer onveilig, het dorp te bezetten, daar men de gezindheid der ingezetenen niet kende en het te vreezen was, dat de Spanjaards gewaarschuwd mochten worden en een anderen weg inslaan, of terugtrekken.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek