United States or Denmark ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wanneer er een grijsaard voor hem uitging, riep hij hem aan, om zijn gelaat te onderkennen, als in vreeze hem bij vergissing te dooden. Weggeloopen slaven, muitende boeren, verraders zonder goede kans, allerlei waaghalzen stroomden toe onder zijn vaandel, en hij vormde een steeds aangroeiend leger. Hij werd befaamd. Men dong om zijn hulp.

Ik kwam eens treden op het strand Daar ik veel jongelieden vand; Ik zag er zes of zeven paar, Den eenen hier, den andren daer, Maar bovenal zoo was er twee, Die gingen vaardig naar de zee; Een ieder had een jonge maagd, Die hij tot in het water draagt; En of de vrijster vreeze kreeg, Ja, schier van angst ter neder zeeg, Ook hem met bleeke lippen bad, Nog ging hij dieper in het nat, Totdat het water werd gezien, Tot aan, ja, boven hare knien.

Mijn vader wilde ik Julia's brief niet toonen, Uit vreeze voor belemm'ring in mijn liefde, Maar, met behulp juist van mijn eigen uitvlucht, Belemmert hij veel meer dan ooit mijn liefde. O, hoe gelijkt toch deze liefdelente Op eens Aprildags onbetrouwb're pracht; In volle schoonheid straalt de zon een oogwenk, Daar komt een wolk en 't is stikdonk're nacht!

Allen, priesters, boogschutters, dragers, krabden zich aan den hals, de beenen, de polsen, zonder het nog openlijk te durven; doch de klokluider, die meer uitstond dan de anderen, ter oorzake van de brandende zon, dorst zich niet verroeren, uit vreeze van levend in de olie te worden gekookt.

Toen vulden zòò mij Liefde's zoete droomen, Dat hij verdween en 'k niet bemerkte hoe. Dit sonnet heeft drie gedeelten: in het eerste gedeelte zeg ik hoe ik de Liefde ontmoette en hoe hij mij verscheen; in het tweede zeg ik wat hij mij zeide, ofschoon niet geheel en al, uit vreeze mijn geheim te zullen verraden; in het derde zeg ik hoe hij verdween.

Wanneer zy stryden, scheiden zy zig oogenblikkelyk van elkander, gaan op den grond leggen, en schieten dwars door het geboomte op een zeer korten afstand. Elk die strydt, word door twee ongewapende Negers geholpen; de een vervangt hem, als hy gedood word, en de ander neemt het lyk weg, uit vreeze, dat het in 's vyands handen mogt vallen".

En dan alleen, als ge op uw Sabbath rust, en in die ruste heiliglijk bezig zijt, omdat uw God het zoo wil en opdat ge zijn vrede moogt indrinken, is uw Sabbathsviering uit het geloof en is er in dezen deele geen zonde in u. Wie anders te werk gaat, is een dienstknecht en heeft »een geest der dienstbaarheid ontvangen wederom tot vreeze

Zeg dus ook niet, dat het beter ware, zoo dit oordeel der broederen zweeg. Integendeel, meer dan éen, die nog geen vreeze Gods in zijn hart had, om den Sabbath om Gods wil te houden, is begonnen met het uit vreeze voor de broeders te doen, en is zoo op weg gekomen, om een Sabbathsvierder om Gods wil te worden.

52 Deze bezorgde mij zoo groote zwarigheid door de vreeze, die uitging van haar gezicht, dat ik de hoop op de hoogte verloor. 55 En gelijk is degene, die gaarne wint, en de tijd komt die hem doet verliezen, zoodat hij in alle zijne gedachten weent en zich bedroeft; 58 zóó maakte mij dat rustelooze beest, dat, mij tegenkomend, bij weinig tegelijk mij terug-drong daarheen waar de zon zwijgt.

Inschikken wordt u dan natuurlijk, vergeven een vanzelfheid, zelfverloochening geen kunst meer, maar de aard van uw aanzijn en de eigen natuur van uw bestaan. Wie weet zelf een stofje te zijn, kan vreeze Gods in de ziel omdragen. Alles trekt dan naar boven. Alles in hem smelt dan weg in bewondering voor Hem, die alleen groot is.