United States or Croatia ? Vote for the TOP Country of the Week !


En ik wed dat zij aan Pieter dacht, toen hij klein was; maar ook ... och, zeker ook aan het kleine Truitje, dat gestorven was vóór haar vijfde jaar, en daar zij niets van overhad dan een klein vlokje haar aan haar middelsten vinger. " ja;" zei Mietje met de kalfsoogen, die ditmaal velen vooruit was.

~Wijzen~ kan ook gebruikt worden zonder lijdend voorwerp en onderstelt dan, dat men iemand op iets opmerkzaam wil maken: hij ~wees~ met den vinger naar ons; zij ~wees~ op haar stoel. ~Toonen~ komt soms ook voor in de beteekenis van: laten blijken, zonder dat dit steeds opzettelijk behoeft te geschieden. Zij ~toont~ weinig verstand van de zaak te hebben. Ik zal u even , hoe de weg loopt.

Ik zal dezen brief kussen hier, aan het slot druk er daar ook een kus op dat is onze laatste, koude omhelzing. Voordat ik een einde aan mijn leven maak, zal ik den ring, dien ge mij gegeven hebt, aan mijn vinger steken. Ik heb hem altijd op mijn hart gedragen.

De hovelingen wezen spottend met den vinger naar den kalen avonturier als een, die onmetelijke rijken bezat met millioenen inwoners, die hij aan de koningen van Spanje ten geschenke wilde geven. Columbus wist niet, wat hij doen of waar hij gaan moest. Hij bleef te Cordova talmen, terwijl het Spaansche leger optrok, om de laatste schuilplaats van de Mooren in de provincie Granada aan te tasten.

En hij, hij sluit haar in zijn armen en zegt: "Nu zal het dan ernst met Parijs worden mijn heerlijk vrouwtje." "Hadt je mijn raad gevolgd lieve, dan ware we er al gisteren geweest;" antwoordt Eva, terwijl ze half lachend met den vinger dreigt. Maar hij: "Toch is het zoo beter lief kind." En Eva of zij hem niet begreep: "Ik ben tenminste maar blij dat die hoofdpijn verdwenen is."

Eindelijk was hij geen vinger lang. «Nu kun je de kleeren van den tinnen soldaat wel leenen; ik denk, dat die je wel zullen passen, en het staat goed, een uniform aan te hebben, als men in gezelschap is.» «Dat is ook zoozei Hjalmar en was in een oogenblik als een tinnen soldaat gekleed.

Na een reis van dertig dagen, bracht zijn goed gesternte hem naar de stad van den tsaar en hij zette zich met den staf in de hand bij de poorten van het paleis neer; nog altijd droeg hij zijn trouwring aan zijn vinger, waarop zijn naam en die van zijn vrouw gegraveerd was.

Men raakt er als met den vinger een geheimzinnige verwantschap tusschen de publieke mannen en de publieke vrouwen.

Toen zij dien appel zoo schilde sneed zij zich in den vinger, en het bloed drupte op de sneeuw. »Achzei de vrouw, en ze zuchtte zoo diep, en ze zag naar het bloed en ze was zoo weemoedig, »had ik toch een kind, zoo rood als bloed, zoo wit als sneeuwEn toen zij dat gezegd had, werd zij zoo vroolijk: het was haar of er iets van komen zou.

Wat ons licht schijnt, zal duister zijn, en wat ons gelukkig schijnt, zal droevig wezen voor hem die dat boekje gelezen heeft. Ja! dit alles weet ik, en ik zal het ook eenmaal vinden. Het kaboutertje trok de wenkbrauwen zeer hoog op en legde den vinger op zijn mond.