United States or New Zealand ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dus dan moet die hem betalen; en daar ik hem buitendien er een ernstig verwijt van maak, dat hij, die zulk een hoog en waardig ambt bekleedt, zulk een oud, vies, vuil kleedingstuk durft dragen, veroordeel ik hem tot betaling van een nieuwen in den prijs van vijfhonderd piasters.

Een Engelschman rookt met een vies gezicht een sigaret die hij bij een ander gehaald heeft, hij draait zijn rug toe aan het gebouw zeker om niet te laten zien, dat hij bij een concurent heeft gekocht.

Met ruwe hand ontrukte hij den knaap de flesch, en begon te drinken, doch trok dadelijk bij het drinken een vies gezicht. "Dit is geen saké", riep hij woedend uit: "het is vuil water," en na die woorden te hebben gesproken, begon hij den jongen te slaan, terwijl hij uitriep: "Breng mij naar dat roode volk, waarvan ge mij verteld hebt.

Steek die pastoorsparapluie onder uwen mantel, want wij zien er uit als boerinnen, die van hun dorp komenVrouw Van Roosemael antwoordde hierop met eene stille stem, die den stempel harer hartsdroefheid droeg: «Siska, mijn kind, gij moogt zoo vies niet zijn. Ik ben gekleed gelijk mijne moeder zaliger gekleed was; en kan ik nu in mijne oude dagen gaan veranderen?

Florimond, die wél eens kikkers had gezien, lachte hem vierkant uit. 'K ben d'r vies van, griezelde Sylvain met opgekrulde bovenlip. In kalme nieuwsgierigheid kwamen nu ook de koeien op hen af. Zij stapten loom en breed over de wei en bulkten. De beide stedelingen bleven staan en hielden hun knuppels in de hoogte. 't Zijn stieren! riep Sylvain.

Zy danste niet wel; niet wel, meen ik, als zy 't anders kan; en zy verzogt hem om geëxuseert te zyn. Toen moest Letje en Willem op de baan; beiden toonden, dagt my, dat zy elkander wilden behagen. Bruinier was onvermoeit, en gy weet, ik val ook niet heel vies van een cabriooltje.

"Ach," zei de vrouw, "'t is toch naar, hier altijd in een hutje bij een' mesthoop te wonen, dat ruikt zoo vies, je hadt ons toch een klein huisje kunnen wenschen. Ga nog heen en roep hem weerom, zeg, we wenschten ons een klein huisje, hij doet het wel." "Ach," zei de man, "waarom zal ik er nog heengaan?"

Iets lager viel hij in 't komieke met de verklaring: "Ik ben een mensch als allemaal En ben niet vies van goed onthaal." Op bladzijde vier sloeg hij een blik in 't verleden, en las in het boek der toekomst met de woorden: "Ik zag je 't eerst met pijpjes aan Nu denk je allicht aan trouwen gaan."

Ook de kinderen, die niet school gaan, hebben den Betuwnaar eenige oogenblikken hun bijzijn geschonken. Hun mama heeft met een stoute vermijding van het woordje neef, de lieve bleekneusjes, die keken alsof ze vies van dien man waren, gelast om hem te vragen: "hoe vaart u?" en om eens gauw een handje te geven.

De procureur, die als naar gewoonte voor zijn schrijfbureau plaats heeft genomen, draait half het hoofd om en knikt, terwijl hij zegt: "Gaat zitten!" Keesje schuift een paar stoelen bij de tafel, wijst ze zwijgend den binnengetredenen aan en wipt daarna vlug op zijn hooge kruk, terwijl hij tegen Van Blaak een vies gezicht trekt en met de oogen knipt naar den kant, waar Strijkman zit.