Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 juli 2025
Daar treft een zacht geluid haar oor. 't Is eene kinderstem, die zich laat hooren. Bertha komt tot bedaren. Hare dreigende vuist valt langs haar lichaam neder, en de toornige uitdrukking op haar gelaat verdwijnt. Haastig treedt zij ter zijde en schuift een tapijt weg. Daar, op een kostbaar rustbed, ligt een knaapje. 't Is Vianens kind. Het slaapt onrustig en droomt.
Doch het geluk was hem niet gunstig. Bevond Fulco zich aan deze zijde van den burcht, dan klonk Vianens strijdkreet aan gene, en spoedde hij zich naar gene zijde, dan hoorde hij aan deze diens aanmoedigende stem. En lang gunde hij zich geen tijd tot zoeken; hij kon dien beter besteden.
Ga met God. Als het Zijn wil is, zullen de kerkerdeuten voor mijn ongelukkigen schoonzoon geopend worden. Ik ben het met u eens: het plan is niet moeilijker uit te voeren, dan het rooven van Vianens kind." "Ik hoop het van harte," zeide Heer Otto. "Maar weet ge wel eens, waar hij gevangen gehouden wordt?" "Neen, Heer, dat weet ik niet."
Bertha, met den kleinen Karel, Vianens kind, aan de hand, en haar vijftien krijgslieden, verzamelden zich op de binnenplaats. Onbeschrijflijk aandoenlijk was het tooneel, dat nu volgde. Met tranen in de oogen reikte zij allen de hand en dankte zij hen voor hunne trouw en liefde. De krijgslieden schreiden, en zij schaamden zich hunne tranen niet.
Gijsbrecht daarentegen werd voortdurend woester en krachtiger. Daar hief hij het zwaard op, en met duizelingwekkende snelheid daalde het op Vianens hoofd neder. Met verbrijzelden schedel stortte deze achterover op den grond. Intusschen was de opstand algemeen geworden. Aloud verdedigde zich met wanhopigen moed, maar hij was verloren.
Een zucht ontsnapte aan Vianens boezem en een oogenblik werd zijn hart verteederd. Doch ook maar een oogenblik. "En wanneer kunt ge de poort openen?" vroeg hij. "Dadelijk, Heer. Verzamel uwe krijgers en binnen een half uur is de burcht in uwe handen. De poort ligt vlak onder den Zuidertoren." "'t Is goed. Over een half uur zullen wij er zijn.
"Kom naderbij, Heer!" smeekte Peer, die niet hard durfde spreken. "Dank je!" klonk het kortaf. "Ik heb geen lust om je tot mikpunt te dienen. Ik blijf hier. Spreek op, wie zijt ge, en wat hebt ge te zeggen?" "Ik ben Peer, uw dienaar, Edele Heer," zeide de schurk bevend. "Ik ben bereid, den burcht aan u over te leveren." Vianens oogen tintelden van vreugde, toen hij die woorden hoorde.
Eindelijk bereikten zij het bosch, dat zij doorgetrokken waren op den avond, toen Jonkvrouw Bertha door Vianens dienaar werd aangerand. "Over twee uur kunnen we te IJselstein zijn, Fulco," zeide Gijsbrecht verheugd. "Wat zullen ze daar vreemd opzien, als we zoo midden in den nacht aankomen." "Als we maar niet onwelkom zijn, Heer," lachte Fulco. "Kijk, daar staat de hut, u weet wel, waarin .... "
Doch de vijandelijkheden werden nog niet geopend. De belegeraars, wel begrijpende, dat het een beleg van langen duur zou zijn, begonnen tenten op te slaan en hutten te bouwen, waarin zij verblijven konden. Zorgvuldig hielden zij zich buiten schot. Zij wilden zich niet bloot geven, voor het noodig was. Vianens tent was de grootste en was met een prachtig vaandel versierd.
Moeite noch kosten ontzag hij, om zijn doel te bereiken, maar.., de dagen werden weken en de weken zwollen tot maanden, en nog altijd rezen de torens van het machtige kasteel trotsch omhoog, nog altijd wapperde het wapen van IJselstein uitdagend van de tinnen. De moedige Edelvrouwe hield wakker stand, in spijt van Vianens woede. Een kramer, die heel wat in zijne mars voerde
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek