Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 16 mei 2025


We maken goede zaken, van avond, zoon, zei de dikke Alexandrijnsche, vergoêlijkend de schouders optrekkende en met de vette vingers steeds maar knikkende aan de rekenballetjes.

Stel je voor dat we met zulk een gejank in het hôtel, op de boot, in Engeland aankomen; ze gooien ons eenvoudig buiten! bromde nog de generaal. Ach kom, je houdt toch immers ook dol van hem; je zou hem, evenmin als wij, willen of kunnen missen, zei de schoonzuster, vergoelijkend. Jawel, gaf de generaal in ietwat mildere stemming toe; jawel, ik hou van hem, maar hij moet zoet zijn.

"Hoe vin je me rol?" polste na 'n heele poos zwijgen die weer dor geworden bedelstem, terwijl er even 'n sluw vonkje opgloorde in zijn gedoofde lampjes. Hij vroeg 't aarzelend, en al vergoelijkend week, voor 't geval, dat ik 'm mocht hebben betrapt, glimlachend alsof 't toch maar 'n onschuldig grapje was geweest, en da 'k er vooral niet boos om mocht worden.

Hare consciëntie sprak haar niet vrij, al zou zij mogelijk de eerste zijn geweest om te ontkennen dat zulke commé-rage zonde zou zijn, zij voelde zich lang niet op haar gemak, en toen Roestink vroeg of haar meester te spreken was, stotterde zij het ontkennend antwoord en voegde er als vergoelijkend bij: »Maar de juffrouw wel, wil mijnheer niet binnenkomen?"

Wie pastoors en dominees louter als novellistische figuren der Hollandsche literatuur kent, heeft de dominees zelden anders leeren zien dan, om 't vergoelijkend te zeggen, als een ras van saaie pieten, de pastoors daarentegen als een groep bruyant-levenslustige menschen, die om den hemelschen nectar een goed glas aardschen wijn niet versmaden en, Gode den wierook gunnend, voor zich een edele Havana weten te waardeeren; vaak ook als naïeve groote-kinderen, met een rotsvast, primitief geloof in hun religie, soms daarbij tyrannieke autocraatjes, tòch bijna immer beminnelijk en vóóral: menschelijk.

Er wordt tegenwoordig door vele jongelui eene levenswijze vereerd, die door en door verachtelijk is, een levenswijze, iederen man van karakter onwaardig." "Tut, tut! Il faut que jeunesse se passe," kwam zijne vrouw vergoelijkend tusschenbeide.

Ook zou de vraag nog mogen heeten wiens avond wel het nuttigst besteed zou zijn. Nu maak u maar niet boos, edele Feizi! sprak de Prins vergoelijkend, ik meen het zoo kwaad niet. Doch moet ik u dan uwe avonden laten, gun mij ook de mijnen! En gij Parviz! ging hij, tot dezen zich keerend, voort, hebt gij ook soms zoo zwaarwigtige bezigheden, die u van een onschuldig genoegen moeten terughouden?

Anderen Op Zoek