Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 oktober 2025


Ik. Wat doet gij gewoonlijk? De geiten hoeden, en sprokkelen, en dan werk ik in huis.... Ik. Hebt gij niet op school geleerd? Zij. Een korten tijd; wij wonen te ver af, en zij kunnen mij niet missen voor de beesten. Ik. En blijft ge hier zóó leven? Zij. Ik weet het niet; ik wilde liever weg; 't is hier doodsch. Ik. Kunt gij dan niet hier vandaan? Tranen verduisterden hare oogen.

Omstreeks vijf uur deed er zich een flinke sneeuwjacht voor, dadelijk gevolgd door hevige regenbuien, gepaard met windvlagen die het zeewater met kracht over de havendammen stuwden en de golven voortzweepten over de geheele lengte der pieren, zoodat de laatste kijkers zich terugtrokken naar het dorp, weinig goeds als zij terecht zagen in de samenpakkende zware aschgrauwe wolkbanken die nog in geen uur tijds het helder luchtblauw van den Februaridag verduisterden, en de late middagzon die nu en dan de wit besneeuwde duintoppen belichtte met een rozigen gloed, voorgoed omhulden.

De dichte rookwolken, die boven de torens hingen en het licht der gloeiende Mei-zon verduisterden, deden de stad op een afstand op een reusachtigen smeltoven gelijken. Toen de koning in het groote rijkspaleis was aangekomen, schikten zich de feestgezanten tot een onafzienbaren stoet, die door de rechte straten van Babylon in de richting van het paleis voorttrok.

Zijne mislukte wraak, de nieuwe rampzalige breuk met zijn vader, de vrees voor de bespotting der vreemdelingen, het gevoel zijner afhankelijkheid van den wil der priesters, het geloof aan eene vreeselijke toekomst, die hem van zijne geboorte af boven het hoofd hing, drukten loodzwaar op zijn hart en verduisterden zijn geest.

Komende uit de bergengten en valleien van het zuiden, stortten zij zich neer in de Mitidja en den Sahel van Algiers. Zij waren in zoo'n ontzettend getal aanwezig, dat hunne wolken de zon verduisterden. Zij verslonden het koolzaad, de haver, het graan, de gerst, de groenten, kortom al wat plant was en drongen zelfs in de huizen door.

Men zou zeggen, dat hij niet erg in aanzien was: zijn beenen en voeten waren als van een jongmeisje, zijn gelaat dat van een kluizenaar, maar hij werd gedragen op een oude houten baar, en een troepje jongens, met onaangestoken papieren lantarens, die heimelijk elkaar stompen gaven, verduisterden zijn glorie.

Ineens drongen de wolken tezamen aan den blauwen hemel, en verduisterden alle licht. 't Was nacht in den dag. 't Was winter in den zomer. De vogelen hielden op met zingen. Er was noch de geur van bloemen, noch van koren. Niemand zag zijn buurman. De hemel was duisternis, zoo dicht en dik, als hing er het zwaar gewicht van den nacht aan. Doch eensklaps hervatte het licht zijn luister.

En schuchter en als bevreesd nog voor zijn toorn reikte zij hem de hand, terwijl zij mat en loom in de kussens terugzonk en tranen hare oogen verduisterden. Nog kampte hij met zichzelven. Een vreeselijke, een geweldige strijd. Maar te kort, veel te kort van duur.

Woord Van De Dag

bouwlanden

Anderen Op Zoek