Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 juni 2025
Naar men zegt, hebben oude mannetjes herhaaldelijk zonder eenige aanleiding meisjes, die naar 't bosch gegaan waren om hout te sprokkelen, aangevallen en gedood. Ook Rüppell bericht, dat deze afschuwelijke Aap onder de gevaarlijkste tegenstanders van den mensch gerekend moet worden.
Men ziet hier de spade gebruiken, niet als daar ginds beneden, om het land tot een tweeden oogst voor te bereiden, maar om eenigzins toegankelijk pad in de sneeuw te graven. Geene door de zon verbrande handen binden de korenschoven zaam, maar bleeke bevende vingeren sprokkelen het met moeite naar boven gevoerde hout bijeen.
In wezen is het auteursrecht iets anders dan kopierecht plus eenige andere, daarmede min of meer in verband staande rechten; evenzoo als b.v. grondeigendom iets anders is dan het uitsluitend recht om te zaaien te planten en te oogsten met nog enkele bijkomende rechten als: hout sprokkelen, zich het wild toeëigenen, aan anderen den toegang verbieden, enz. enz.
De ~schraapzuchtige~ is ook hebzuchtig; hij wil overal nog iets van afschrapen, wat een ander niet doen zou, doordat het de moeite niet loont. Hij verbiedt bijv. den armen drommel op zijn landgoed een paar takkenbossen te sprokkelen: hij verlangt er geld voor.
De weinigen die nog bleven, leden ellende. Zij geneerden zich met houthakken in de groote djatibosschen van den omtrek, met sprokkelen, het plukken van djatiblad dat zij op de passars in den omtrek verkochten als inpak-materiaal voor eetwaar, van hout-diefstal natuurlijk ook. Op de hellingen trachtten zij tabak te telen; in de kuilen rijst.
De lieden togen met boog en spies ten poorte uit, om herten en evers te jagen. De spitten blonken al, en de vrouwen gingen in het woud, om hout te sprokkelen, opdat het vuur zou laaien. Er zijn veel grootscher feesten geweest, maar geen gelukkiger. Men zong liederen ter eere van Herman en zijn vrouw; en deze dag scheen zonder begin en zonder einde, gelijk de eeuwigheid.
Niet alleen overwoog hij de zaak, maar hij schreef zelfs een boek, dat heel dik, heel geleerd, heel droog en heel vervelend was en, daarin betoogd hebbende, dat de zelfmoord geoorloofd is, maakte hij van dat verlof voor zich zelven gebruik. In December 1761 was een arme man hout gaan sprokkelen in Hydepark, toen hij een welgekleed heer zag, die met een zwaarmoedig gelaat de laan op en neder ging.
Een vrouwtje, eindeloos oud een bundeltje knoken en lompen met eene vracht gesprokkelde takken op den krommen rug. Van onder den rooden hoofddoek golfden hare witte lokken te voorschijn, zilver als het schuim der beek. Tokke, tokke, ging haar stokje; loom sloften hare schreden elkander na over de planken. Zij leek wel moe, tot stervens moe. Moe van het sprokkelen? Moe van het leven?
Ik. Wat doet gij gewoonlijk? De geiten hoeden, en sprokkelen, en dan werk ik in huis.... Ik. Hebt gij niet op school geleerd? Zij. Een korten tijd; wij wonen te ver af, en zij kunnen mij niet missen voor de beesten. Ik. En blijft ge hier zóó leven? Zij. Ik weet het niet; ik wilde liever weg; 't is hier doodsch. Ik. Kunt gij dan niet hier vandaan? Tranen verduisterden hare oogen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek