Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 juni 2025
Men bleef niet te lang, vooral niet 's zondags wanneer Veel-Hoar het druk had; men betaalde één frank, twee frank, zoowat naar vermogen; Veel-Hoar liet je door een achterdeurtje en een tuintje buiten en verder was geen haan die er naar kraaide.
Veel-Hoar, aldus bijgenaamd om haar weelderigen, zwarten haarbos en haar dikke, donkere wenkbrauwen, was alom in 't dorp en in 't omliggende bekend als de zeer toegankelijke troosteres van het mannelijk lijden.
De beide vrienden staken versche sigaren op en staarden den lichtblauwen, naar de gore zoldering krinkelenden rook even na, in gedempte woorden ernstig pratend. Ook al sigaren! dacht Veel-Hoar, meer en meer verwonderd. 't Is zeker, er moet met hen iets gebeurd zijn. En korzelig begon ze ook den boerenlummel aan te kijken, die maar geen toebereidselen maakte om op te stappen. De glazen waren leeg.
Loat ons bij Veel-Hoar goan en de dieë mag 't vijffrankstik hoûen, stelde Deeske voor. Ietwat onthutst keek Theofielke op. Bij Veel-Hoar! Om wat te doene? vroeg hij eindelijk. H
Kijk, kijk! Wie da we doar hén! riep Veel-Hoar, half spottend, half uitdagend. We zóen wel geld gêen om ulder te zien! Deeske Wildeborst en Theofielke Schandevel hielden zich even heel kalm en ernstig, alsof ze de spottende toespeling niet begrepen. "Elk ne gôen oavend," herhaalden zij enkel nog eens.
Zonder te verademen, achtervolgd door het razend getier van Veel-Hoar, dat hoe langer hoe heftiger in de rumoerige straat opklonk, liepen zij over omgeploegde akkers, door rapenloof en bieten, en kwamen eindelijk op den breeden weg terecht. Daar hielden zij even stil en schaterden er hun dolle pret wild uit. Veur azeu nen dag gaf 'k wel zes moanden van mijn leven! juichte Deeske.
Het krotje van Veel-Hoar stond wat ten uitkante, vlak naast een boerderijtje, waarvan de door een heg omsloten boomgaard op den straatkant uitkwam. Dicht bij die heg, in de zwarte schaduw der overhangende boomkruinen, hielden zij zich, onzichtbaar voor de schaarsche voorbijgangers, een poosje wachtend en luisterend gedoken. Geen beweging noch geluid in het aangrenzend kroegje.
Links van de deur, in den hoek, bij een tafeltje, zat toch een kerel, een gluiperige boerekinkel, dien Deeske van buiten door de spleet van het gordijntje niet had kunnen zien. Veel-Hoar, forsch en zwart, met langen neus en rood-gevlamde koonen, stond fiks rechtop achter de schenktafel, bezig met glazen omspoelen, en bij de klok zat op een stoel de oude moeder, suffigduttend in elkaar gezakt.
Langzaam, deftig, gewichtig bijna, gingen zij ook plaats nemen aan een tafeltje, schuins tegenover den boerekinkel, en Theofielke bestelde bedaard "twie pijntsjes bier", terwijl hij het vijffrankstuk even over 't tafelblad liet rinkelen. Veel-Hoar keek met verbaasde oogen op en zelfs de oude moeder werd door het verleidend geluid even wakker.
O gie nondedzju! riep Veel-Hoar even aarzelend. Ala toe toe, ge 'n zijt toch gien klein kind! schimpte Deeske, reeds in 't gangetje. Veel-Hoar keek even naar Theofielke en haar moeder om. Toen sloop ze weg, Deeske achterna... Pst! pst! floot stilletjes Deeske, na een poosje weer in 't gangetje verschijnend. Theofielke keerde zich om, kwam langzaam naar hem toe.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek