Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 mei 2025
Dit dier heeft op elken schouder een vlak van een helderer kleur, dan het overige van zyn lichaam, loopende onder den hals in één, en veel gelykheid hebbende met den halsband van een paard. De varkens van dit zoort zyn op de lange en moerassige landen minder bekend, dan binnen in het Land, alwaar zy in de Savanen en op de bergen leven.
De Varkens wonen en worden gemest in een hok, of wel gedurende een groot deel van 't jaar in de open lucht gehoed.
Vandaar trok ik naar het gebied der Abruzzen , waar de mannen en vrouwen op klompen over de bergen gaan en de varkens met hun eigen darmen aankleeden en dicht daarbij vond ik lieden, die het brood op stokken en den wijn in zakken dragen.
De huid is doorgaans dik; het gebit is, al naar 't voedsel, verschillend. Men rekent er toe o.a. de neushorendieren, de nijlpaarden en de varkens. Slechts over de laatsten spreek ik nader, en nog maar alleen over die soorten, welke in tammen of wilden staat in Midden-Europa voorkomen. De duim ontbreekt: alle vingers bestaan uit drie kootjes.
Daar de prins niet tegenwoordig was, om mij den toegang te verschaffen, heb ik dit gedeelte van het paleis niet kunnen bezoeken; maar ik heb iets anders gezien, in zijne soort ruim zoo merkwaardig als odalisken, althans volgens de verklaring der bedienden: namelijk vier vette varkens, welgedaan en in blakenden welstand.
Deezen dag eens opneemende, hoe veel wy nog overig hadden van levende Varkens, Schaapen, Endvogels, Ganzen en ander zoort van gevogelte, bevonden wy, dat het getal ten naasten by gelyk stond met het geen wy by ons vertrek uit Holland hadden.
In het midden daarvan staat het feesthuis, een vierkant van palen met een dak er op. De palen zijn hier en daar versierd met grof rood en zwart schilderwerk, het dak met een afhangende franje van verdord klapperblad. Het eigenlijke sieraad echter ontbreekt: menschenhoofden. De rijen schedels die hier vroeger hingen, liggen nu te Merauke en de vervanging door versche is, sedert een paar jaar, ondoenlijk gebleken. De mannen van het dorp houden hier den gezamenlijken maaltijd als zij met een buit van kangaroe of wild zwijn zijn teruggekomen uit het woud; hier ook hun drinkgelagen. Niet van jenever: de invoer van alcohol is, als die van geweren en kruit, verboden, en hier in de nabijheid van Merauke waarschijnlijk ook zoo goed als onmogelijk. Maar op vele plaatsen, in den Maleischen archipel zoowel als op Nieuw-Guinea, groeien in het wild planten wier sap bedwelmt. Hier is het de "wati," een kruidachtig struikje waar alle bosschen vol van zijn; het groeit tot aan de hutten van het gehucht toe. Uit de bitter-geurige bladeren en stengels komt een sap dat eerst vroolijk, dan half-dol, dan bewusteloos maakt. Het wordt er uit geperst door kauwen, wat, met het opvangen van het sap, het werk van de vrouwen is. Den avond voor onze komst was er, waarschijnlijk, een feest in de loods geweest. Wij vonden er een man op den grond liggen, bewusteloos-dronken. Anders was er niemand. De overigen waren naar de boot "een schip-vol rijst is aangekomen!", was in de vroegte al geroepen; of naar het hospitaal van de missionarissen van het Heilig Hart, met de een of andere wond, bij ontnuchtering gewaar geworden; of mogelijk naar de tuinen, waarin de broeders trachten hen ketellah obi en allerlei groenten te doen verbouwen; of meer waarschijnlijk op de jacht. In het vrouwendorp was eenige beweging. De meesten ook van hen waren weg, zij werkten in de tuinen of zij vischten op de zee. Maar er waren er toch een paar achtergebleven met eenige jongens en meisjes van een jaar of tien, en één kleintje, van misschien drie het eenige kind in het geheele gehucht, als wij van onzen gids hoorden. Het vrouwendorp zag er nog ellendiger uit als het kan dan het mannendorp. Een lange loods met één wand, die naar de zee was gekeerd, en een rij ten ruwste van de takken ontdane stammen, met de schors er nog aan, als pijlers om aan den anderen kant het schuins afhangende bladerdak te stutten, was de gezamenlijke woning van een aantal vrouwen-en-kindergezinnen. Op de breede bank, bed en tafel tegelijk, langs de geheele lengte van de loods loopend, waren de plaatsen afgedeeld door hoopjes van elks bezittingen een mat, bamboe-schalmen om water in te dragen, een van bladreepen gevlochten zak, een vezelen net, een paar klappernoten. De etens-voorraad van het dorp hing aan de palen klompen steenhard sagomeel in bladers gepakt, rissen gedroogde visch, een stuk vleesch, dat in den rook zwart was geworden. In een hoek lag een zieke verlamd, als we hoorden, sedert jaren. Her en der liepen, knorrend, zwarte varkens, die wroetten in allerlei afval van klapperschalen, vischgraten en leege schelpen. Aan den ingang van een afzonderlijk krot zat een vrouw met een biggetje op den schoot, dat zij koesterde of het een kind was. De vrouwen waren, als de mannen, geheel naakt. Als sieraad hadden ook zij een tatouage van litteekens. Die worden, als de huwbare leeftijd intreedt, met scherpe schelpen aangebracht, en verduidelijkt door inwrijving van de wonden met asch, wat het spoedige sluiten belet en breede litteekens doet ontstaan. Zooals die versiering met litteekens het onderscheid was tusschen kind en meisje, zoo was een ellendig-vervallen voorkomen het onderscheid tusschen meisje en vrouw. Waren zij jong, waren zij oud, die getrouwde vrouwen, moeder een enkele, de anderen alle kinderloos? Het was niet te zeggen. Allen waren zij mager, holoogd, suf, vuil. Allen ook hadden zij litteekens,
Als ze onder de brug verdwenen, die de grens vormt van de voor het publiek gesloten gronden om het kasteel Eyebright, placht hij een luiden kreet te slaken en naar den anderen kant te loopen, dwars door Tormat's nieuwe veld goeie hemel! wat gingen die varkens van Tormat er van door, zóólang tot al hun goede vet tot mager vleesch werd! om zijn bootjes aan den anderen kant bij de doorwaadbare plaats weer op te vangen.
Overal wroetende varkens, schurftige honden, afval, modder, lompen, stank. Naar de handbreede scheuren in de leemen huismuren zag men onwillekeurig, met het idee, dat dáar straks nog meer vuiligheid uit zou komen, doorlekkend van binnen uit. Maar het was duidelijk dat het niemand hinderde.
Zij schenen goedig van aard te zijn, en lagen, evenals varkens, in diepen slaap tegen elkander gedrukt, maar te midden van zooveel vuil en stank, dat zelfs varkens zich daarvoor geschaamd zouden hebben. Elke troep werd geduldig, maar onheilspellend bespied door de oogen van den kalkoenschen buizerd.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek