United States or Chad ? Vote for the TOP Country of the Week !


In minder dan een kwartier, zult ge er soms drie of vier uit een goeden korf zien komen; maar nog in den tijd, dat de zon in de Tweelingen staat, vóórdat zij bij het aanhoudend werken die versierselen hebben afgesleten.

Zij gingen zoo geheel in elkander op, dat de een voortdurend de volzinnen van den andere aanvulde. Dezelfde hersens, dezelfde gedachten, hetzelfde hart, dezelfde maag, dezelfde gebaren en gewoonten. Vier armen, vier handen, vier beenen aan twee vereenigde lichamen. In een woord: Siameesche tweelingen, waarvan een stoutmoedig chirurgijn den vereenigingsband doorgesneden had.

Welk bedrijf hij uitoefende, of hij bij zijn vader in de zaken was of niet, is onbekend; alleen mag men vermoeden, dat hij in Stratford woonachtig was, want daar had hij op 2 Februari 1585 het geluk, tweelingen te laten doopen, welke waarschijnlijk naar Hamnet Sadler, die bakker schijnt geweest te zijn, en diens vrouw Judith, de namen Hamnet en Judith kregen.

Toen de tweelingen waren opgegroeid tot knappe, jonge mannen, zei een hunner tot hun pleegvader: "Maak twee bedelaarspakken voor ons en laat ons de wereld rondreizen!" Maar de jager antwoordde: "Neen, ik zal een fijn pak kleeren voor ieder van u laten maken, zooals past voor twee jonge mannen van zoo edel voorkomen."

Lavinius liep even bij Cosmus in. Het winkeltje, hoewel open, geurde een nardus-potje gelijk. Ik breng alles van daag in gereedheid, dominus! verzekerde Cosmus. Al je zalven, verven en poeiers.... Maar dènk, vriend Cosmus, dat ik een arme drommel ben, die zijn geld moet verdienen! Kom, kom, je zit er goed in! meende Cosmus. De dominus sloeg de armen op en uit, de tweelingen dicht naast zich.

De beide meisjes aan de zijde van Ladice, Tachot en Nitetis, werden tweelingzusters genoemd; maar zij vertoonden geen spoor dier gelijkenis, welke anders tusschen tweelingen gewoonlijk bestaat.

De jonge man, bij de geboorte zijner tweelingen nog geen een-en-twintig jaar oud, zou in het loszinnig gezelschap geraakt zijn van jongelieden, die zich meermalen aan stroopen schuldig maakten. Zoo zou hij meer dan eens met hen hebben meegedaan en in het park van Sir Thomas Lucy, van Charlcote bij Stratford, op herten gejaagd hebben.

Augusta.... smeekte Crispina. Ik smeek u.... Wees niet bang, Crispina, lachte Domitia en Domitilla en Fabulla schaterden van minachting. We zullen nièts, aan niemand, van je tweelingen zeggen.... Hoe kunnen we weg.... Hier langs....?? Ja, zei Crispinus, en wees een deur.

Twéelingen!! lachten de vrouwen, weg dringende door de deur. Zij waren weg, met Crispinus.... Crispina, bleek, opende de deur. Domina, zei de Prætoriaan, wiens speer zij had hooren rinkelen. Hier is Lavinius Gabinius, dien ik van de Septizoniumpoort heb moeten begeleiden tot uw huis.... Laat hem binnen.

Door een diepe, pijnlijke neerslachtigheid aangegrepen, wierp zij zich voor het bed der tweelingen neder. Daar bleef zij lang, stil weenend liggen, totdat Charmion haar, bij het aanbreken van den dag, vermaande ter rust te gaan. Toen richtte Cleopatra zich langzaam op, wischte hare tranen af, en zeide: »Zooeven scheen het leven, dat achter mij ligt, mij een prachtige tuin toe.