Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 juni 2025
Hij herkende de oude Lotte die daar als een uivallige fakkel gebogen neerlag en haar gerief vuurmaaksel gaarde in een mandetje. Lotte de Poetser, liggen er veel koolkies, vandaag? loech hij van ver en hij bleef staan kijken op zijn één been. Het vervallen wijf wendde haar oud wezen. Ha, Treite den Bemmel! grijnsde zij en raapte voort op den aschhoop.
Den eenen keer gelukte 't hem den anderen keer niet en Treite volgde 't spel met groeiend belang. Andere kerels kwamen ook bij. Kent gij 't spel met den trechter? vroeg de knaap aan Treite; als de stuiver er in valt is hij de uwe, maar valt hij er nevens, dubbel betalen. Treite stond een wijle verbaasd en te dubben; dat was iets nieuws. De kans beviel hem.
En de davering wiegde Treite al dieper in slaap en deed al die dingen gekkend dooreendansen over 't donker land in den wilden avondwind, al weerskanten van den breeden weg.
Ja, 't is goed, goed, razend goed! meende Treite, maar zout, jongen, zout! en hij beet en scheurde met scherpen tand het brood en vleesch vaneen. En de honden, Manes? leven die met zand of.... Wacht jongen. De werf lag nog verlaten, al het werkvolk was binnen aan het noenmaal.
En eindelijk toch kwam Manes van achter den hoek en wenkte naar de honden, om voort te komen. We gaan een dorp verder, 't is hier gedaan. Ze sprongen op en de kar rotelde door de straat naar den overkant weer buiten de huizen. De zon was intusschen doorgekomen en onbewust was de vrees voor zeeverweer en regen bij Treite vergaan en onwetend genoot hij na van 't lustig voorjaarswindeke.
Uit eene doffe dreuning groeide het zwaar gedommel van den aankomenden trein; forsig sterk en hoog snorkte het machtig stoomtuig vooruit met stampen en blazen. Treite stond met openen mond te kijken naar 't varend geweld voorbij de wagens waar de menschen door de vensterkes van uit hunne hoogte, op hem neerkeken.
Nu is ze weer in heur keuken bij den hovenier, overlegde hij, en ter zelfder tijd, zonder ommezien, stoop hij om kwansuis iets op te rapen dat gevallen lag, en in 't rechtstaan hadden zijne handen de kloefen mede, hij hield ze tegen de borst en liet ze voorover in de kar vallen. In eenen draai waren ze onder 't zand gestopt, en Treite volgde zoo kalm mogelijk zijnen weg.
De kar dokkerde voort over de straatsteenen en Treite loech om de aardigheid van zoo onverwachts vast te zitten en gevoerd te worden, scherend over den weg, zonder moeite te doen of pijn te voelen in de voeten en hij langde reeds naar 't beloofde roggenbrood en 't zwijnsvleesch een dingen dat hij niet wist ooit geknabbeld te hebben maar dat, naar hij gissen kon, goede en smakelijke buikvulling moest zijn.
Maar Treite had zijn kreupel been reeds over 't wiel gezwaaid en klaverde met de handen om boven den karrebak te komen. Hij liet zich neer en voelde zijn zet diep-rond en zacht in het mullige zand prenten, hij legde de beenen gemakkelijk open, nevens Manes.
Manes vertelde hem ernstig voort van handelszaken, doch Treite vatte er den zin niet meer van en had geen moed nog te antwoorden. Hij zwom in een lustigen roes die hem dreef om te lachen, te zingen en welgezind zijn luide leute los te laten.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek