Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 30 juni 2025
Myntje, denk 'm je deeg, en skei uit mê-kamme ze ken niet f'n d'r hare blyve, die meit, as 'r folk is... ga sitte, mens... né, niet in die hoek... 't tocht 'r so... Het tochtte in dien hoek niet meer dan in andere hoeken. Maar... vrouw Stotter was 'n "vrouw" en geen "juffrouw."
En als Sprotje des nachts nog maar goed warm had kunnen worden....; maar wanneer het buiten woei, tochtte het erg op haar zolderhoek, en het dunne dek, over het wankele veldbedje zonder zijschotten, liet zich niet instoppen. Dat was een vreemd ding in het hoofd van juffrouw Jonkers.
Wat Henriëtte betrof, deze scheen te lijden onder dit gesprek en antwoordde slechts met ja en neen op de vragen, welke te dier gelegenheid tot haar gericht werden, zoodat Tante haar houding begon op te merken en haar vroeg of haar iets deerde, of het haar ook tochtte, of zij ook van plaats wilde ruilen enz.
Juffrouw Zipperman zat weer in den hoek "waar 't zoo tochtte" waaruit men ziet hoe alle aardsche grootheid 'n keerzy heeft, en dat 'n schoonzoon by 't kadaster of de assurantie regelrecht aanspraak geeft op zinkings. Juffrouw Laps was heel tevreden over de kordate manier waarop de kinderen waren gekastyd.
Het tochtte in haar hals, en de rillingen gleden griezelig van haar achterhoofd door haar rug; ze moest eigenlijk ergens anders gaan zitten, maar die boeken waren zoo zwaar; ze voelde 't 's avonds altijd aan haar polsen, als ze 's middags op de bibliotheek gewerkt had "meer dan in haar hoofd," had Hans geplaagd.... "Burghvooght van Portheroole" waar zou dat liggen? Zou het 'n stad zijn?
De wenschen van Torteltak waren nu vervuld. Mama en dochter waren boven en bleven boven; men liet vouwstoeltjes komen, zocht een plaatsje, waar het niet erg tochtte en de zon niet te fel brandde, hoedanigen men op eene stoomboot weinig vindt; en de oude Heer scheen wat van zijn discoureren te zullen rusten, daar hij uit een schildpadden koker een cigaar en gouden pijpje deed te voorschijn komen, terwijl hij met een schaartje de punt van het tabaksrolletje afknipte.
Ze maakte haar aanmerkingen wel doorgaans met een soort van glimlach, maar toch altijd min of meer hatelijk.... Haar man zat op z'n kamer in een slecht humeur. Hij rookte, wiebelde met z'n eene been, en las kranten. Hij was maar even komen kijken beneden. Het tochtte er vreeselijk, vond hij, en van die bloemenlucht zou hij zeker van middag al hoofdpijn genoeg krijgen.
Een oogenblik hoorde men den Rhijn in zacht golfgeklots voorbij spoelen. Maar 't tochtte en op algemeen verlangen werd het venster weêr gesloten. Hè, ik woû, dat we al thuis waren zeî Mathilde. Het eten duurde voort. Twee oude jonge heeren veegden hun voorhoofden af. Zij hadden zich bizonder te goed gedaan. Een bejaarde dame zuchtte van benauwdheid.
Mijnheer verklaarde "veel van den godsdienst te houden, want wat zou er zonder godsdienst van de maatschappij worden!" maar hij kon "het geteem van de dominé's in deze stad niet aanhooren"; voor mevrouw "tochtte het in de kerk al te verschrikkelijk"; en wat Henriette betrof, zij ging wel, maar "zag er geen noodzaak in er sleurwerk van te maken".
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek