Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wat heb ik mij vergist en wat straft gij mij hevig voor mijn ijdelheid een oogenblik geloofd te hebben dat alle bezigheden en vermaken van de wereld moesten plaats maken voor het genot van dona Clara de Mendoce te zien!"

Terwijl de twee hierover twistten, nam één van de ezels zijn bek vol koren; hierop braken Tehuti-nekht's klachten opnieuw uit. "Zie eens", schreeuwde hij, "je ezel eet mijn koren op; ik zal hem in beslag nemen en hij zal voor den diefstal betalen". "Moet ik, in de landen van den rentmeester Meruitensa, mij laten berooven, hij, die roovers zoo streng straft? Kom, ik zal naar hem gaan.

"En in het vervolg verzoek ik u er aan te denken, meneer Rustig, dat als een meerdere u straft, en gij u verbeeldt onrechtmatig behandeld te worden, gij u eerst aan de straf hebt te onderwerpen, en u daarna tot mij kunt wenden om herstel van geleden onrecht." "Zeer zeker zal ik dat, meneer," antwoordde Jack, "nu ik maar eenmaal weet wat uw verlangen is."

Maar voer uw plan voorloopig nog niet uit; laat mij iets zoeken, dat u tevreden stelt en hem straft." "Heer," riep ik treurig uit, "waarom hebt gij mij genoodzaakt mijn geheim te openbaren. Wat kan.... "Als ik niets vind dat u tevreden stelt," viel hij mij in de rede, "dan kunt gij doen wat gij besloten hebt.

De verbazing van Johan Doxa, toen hij Lieven Lazare in het aangezicht blikte, was slechts te vergelijken bij de verbazing van Lieven Lazare zelf, die den ellendigen sukkel zag aanklimmen in zijn matte lompen en slappe strikken. Tegen Johan's verwachting in verhief Lieven Lazare zijne donderstemme niet. Hij zei stil: "God straft u, Doxa. Zijne hand heeft uw huis beschaduwd.

Ik versta nu ook de macht van God en den troost van het gebed; maar dit alles is niet voldoende tot mijne verzoening met Hem, die mij straft. Hoor, ik kan u het ontroofde goed niet teruggeven, mits het op de hoofden mijner kinderen staat; maar ik zal ze opvoeden in de kennis van het onrechtvaardig bezit en hun de wedergaaf er van als een punt van hunnen godsdienst doen betrachten.

Een tijd ging alles goed, toen de groothertog op zekeren dag, dat ik met vijf of zes andere hovelingen bij hem was, tot ons zei: "Op welke wijze, mijne heeren, oordeelt ge, dat men een man straft, die misbruik gemaakt heeft van het vertrouwen van zijn vorst en getracht heeft hem zijn maitresse te ontrooven?"

Zeker ken ik die. Gij weet dus, dat ik mijn leven lang er op uit moet zijn om u te dooden? Dat weet ik. En toch doodt gij mij niet? Neen. Ik heb mij tegen u verweerd, en gij hebt niets tegen mij kunnen uitrichten. Dat is mij genoeg. Wij Christenen erkennen de verplichting der bloedwraak niet. Daarom straft onze wet den bloedwreker met den dood.

Zij heeft een krans om haar gouden haar en draagt een met goud gestikt purperen gewaad. Amor straft ze nu wegens hun miskenning van zijn macht en steekt bij de eerste blik hun beider harten in lichte laaie.

Zij begon dit wel eenigszins te gevoelen zonder het nog helder in te zien, want het veelvuldig beschrijven van de hartstochten en gevoelens van anderen, deed haar haar eigene bestudeeren en ontleden een ziekelijke gewoonte, waaraan gezonde jonge menschen zich niet licht overgeven. Maar het kwaad straft altijd zich zelf, en Jo's straf kwam juist op het rechte oogenblik.