Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 juli 2025


Maar Wodan wilde in de voorhal blijven en zeide tot den reus, dat deze hem eerst maar eenige vragen moest stellen, of hij hem waardig achtte binnen te komen of niet. Toen zeide Stormsterk: "Nu dan, Gangraad, als gij in de voorhal uw geluk wilt beproeven: zeg mij, hoe heet de hengst, die iederen dag hoog over alle wezens draaft?"

Den volgenden avond ging hij nogmaals naar het meisje. Nu waren haar wachters allen in slaap, maar aan haar bed gebonden gromde een winterwolf Wodan tegen en weerde hem af. Zoo smaadde hem telkens het sluwe meisje. Had hij, in ruil voor dien smaad, haar tenminste slechts éénmaal kunnen bezitten! Wodan bij Stormsterk Wodan en Frigga wandelden door de ruime hallen van Walhalla.

Elk van beiden zal ieder jaar weer jong worden, totdat de goden vergaan." Ten derde vroeg Gangraad: "Stormsterk, gij, van wien men zegt, dat ge slim zijt, weet gij waaruit de Ruischreus, de eerste van alle wezens, ontstond?"

Stormsterk antwoordde: "In den stam van den wereldboom zijn twee menschen verscholen: Leven en Levenslust. Ochtenddauw is hun eten en drinken, en uit hen beiden ontspruit een nieuw geslacht." Weer vroeg nu Gangraad: "Op verre tochten voer ik uit en overal zocht ik iets zinrijks; nu zeg mij: hoe zal er een nieuwe zon aan den hemel schitteren, als de Veenrookwolf deze eens verslonden heeft?"

Waar ik echter Wodan niet b.v. de Waaiende noemde, en Freyer niet Heer, heb ik Vafthrudnir, Svipdagr, Geirrodh, enz. die al te onbekend of al te noorsch zouden klinken en onbegrijpelijk zouden zijn, Stormsterk, Dagdrager, Roodspeer, enz. genoemd.

De reus antwoordde: "Uit het oerslijk barstten etterblazen toen groeide het tot vasten vorm en werd een reus; uit het vlammende Zuiden vlogen vonken over en de gloed gaf leven aan den ijskouden klomp." "Maar Stormsterk," zeide nu Gangraad, "gij, dien men wijze noemt, weet gij dan hoe er kinderen kwamen bij dien reus, die ze toch met geen vrouw kon verwekken?"

Want Stormsterk acht ik den geweldigsten van alle reuzen. Maar als gij wilt gaan kan ik u niet tegenhouden. Zoo ga dan een zegenrijken tocht, en dat gij ongedeerd weer terug moogt komen. De wijsheid beware u, als gij met den reus in woordenstrijd geraakt." Toen ging Wodan heen om zich in wijsheid met Stormsterk te meten.

En de wijze gastheer verhaalde: "Onder den oksel ontgroeiden hem een man en een meisje, en de eene voet verwekte met den andere een zoon, die zes hoofden had." En Gangraad weer: "Stormsterk, gij, van wien men zegt, dat ge slim zijt, weet gij vanwaar de waterrimpelende wind komt, die zelf nog door geen mensch is gezien?"

"Vechtveld," antwoordde Gangraad, "is de plaats waar de goden eens tot den hevigen kamp met den Zwarte zullen komen. Naar alle zijden gemeten is ze honderd mijlen lang. Zij weten wel dat zij er zullen strijden." Toen zeide Stormsterk: "Een wijze zijt gij! Blijf nu niet meer ver van mijn banken, maar kom in mijn zaal zitten en laten wij met elkander spreken.

Stormsterk is wintergeweld, Wodan is zomermacht. De wedstrijd in wijsheid wordt door Wodan gewonnen: 't is een voorteeken van het komende herstel na godenondergang. Wodan wint om een woord, dat Stormsterk niet kende, het woord dat Wodan eens in het oor van Balder fluisterde, toen deze op den brandstapel lag.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek