United States or Russia ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Wie van de heeren de twee?" Pieter Stastok ging zelf naar de lei om den jongen advocaat in te fluisteren dat hij het was. "Zoo! zal jij ook pot spelen?" vroeg de jonge advocaat, die als stadgenoot mijn neef wel kende. Pieter werd bleek. De drie had ik. De vier had een bejaard tweede luitenant van de infanterie, met de medaille van twaalfjarigen dienst.

"Nu, mevrouw! maar je zult toch ons en de vrienden wel een plezier willen doen?" "Wel zeker, mijnheer Stastok!" En zich, met een bescheidenheid grooten genieën eigen, spoedig tot mejuffrouw Van Naslaan wendende, "wat heb je daar een lief patroontje van een kraagje om!" "Ja, mevrouw!" was het antwoord, ik "zeg altijd: duurkoop goedkoop. Want ik vind dat het beste goed het 'et beste uithoudt.

Ten tweede, enz. enz. De Familie Stastok. De Aankomst.

Reeds haalde ik de riemen in, en liet Dolf alleen nog maar met de zijne spelen; reeds gaf ik mijne aanwijzingen aan Pieter, hoe hij het roer moest wenden om de kom in te draaien, toen de liefderijke Amelie eensklaps aan den rechter-oever een plantje of zes nog laat bloeiende vergeetmijnieten in 't oog kreeg en uitriep: "Och, mijn lieve mijnheer Stastok, wilje me een groot plezier doen, stuur dan reis even naar die vergeetmijnietjes; ik ben dol op vergeetmijnietjes!"

Van Heusde en op de moeilijkheid van een mathesis-examen in 't Latijn te pas te brengen; en toen ik 't gesprek voor de afwisseling op lichtvaardiger onderwerpen wendde, kwam het uit, dat hij, Pieter Stastok, zonder evenwel hartstocht voor die spelen te koesteren, wel eens domino speelde, ja zelfs wel eens biljartte, en daar wij juist vóór een koffiehuis stonden, noodigde ik hem uit zich in laatstgenoemde kunst met mij te meten.

De persoon van Polsbroekerwoud wandelt tusschen dat alles door als een type van het oude Hollandsche burgermannetje. Dat hij een der gepromoveerde vrienden is, gewezen student en Rotterdammer van geboorte, is misschien eene kleine vergissing, want hij is veeleer een jongere broeder van Stastok, dan een vriend uit den kring van Hildebrand.

Ik had het in den winkel bij Van Drommelen gezien, en ik zeg tegen mijn kinderen, als ik reis weer jarig ben...." "Hoor eens," zei Stastok tegen Dorbeen: "je moet maken dat je vrouw reis reciteert, hoor".

De oudere Stastok was een man van de klok en stond diensvolgens om zes uren op, ten einde om halfacht aan het ontbijt te zijn; en daar hij volstrekt niets te doen had, vulde hij dien tusschentijd met pijpjes rooken aan. Opmerkelijk is het, dat naarmate men minder bezigheid heeft, men des te bekrompener over den tijd denkt.

Mijn neef Pieter studeerde te Utrecht in de rechten; maar hoewel ik bij onderscheidene gelegenheden aan onderscheidene studenten van onderscheidene faculteiten gevraagd had of zij mijn neef Pieter Stastok ook kenden, had ik daarop te geenen tijde een voldoend antwoord ontvangen, zoodat ik, in de onzekerheid der oorzaken, waaraan deze onbekendheid wellicht moest worden toegeschreven, eindelijk begonnen was met niet meer naar mijn neef Pieter Stastok, maar naar een zekeren student Stastok navraag te doen.

Er kwam dus niets van, en ook moet ik bekennen dat de familie Stastok, door middel van den muzikalen olifant, tot het genoegen van dien avond te veel had bijgedragen, om nog iets van een harer leden te vergen.