Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 mei 2025
En heeft u geen zoons? Eén zoon, meneer! Hij keek een oogenblik zwijgend, met bedroefde oogen als in de verte, zuchtte diep en zei met zachte stem: 't Is een stakkerd, meneer, een stumperd! Och, in welk opzicht? Geen gehemelte, moeilijk loopend, en ze zeggen, dat ie niet heelemaal wijs is maar dát is positief niet waar!
MEVR. STOCKMANN. U is er toch nog al goed afgekomen bij hem, dunkt me. HOVSTAD. O jawel, maar dat is maar een soort van wapenstilstand. BILLING. Dát is het! Dat woord teekent den toestand. DR. STOCKMANN. Wij moeten bedenken dat Peter een eenzaam levend mensch is, de stakkerd! Hij heeft geen eigen thuis waar hij het gezellig hebben kan; hij heeft altijd maar zaken, zaken.
Bruin, hyperouderwetsch zoowel in hare manieren als in hare kleeding een Dickensplaatje werd voor de kinderen de gewenschte afleiding. Ze bekeken de stakkerd van 't hoofd tot de voeten en na haar voldoende te hebben opgenomen, verwekte de negenjarige Frans, de belhamel van het troepje, door een luide opsomming van haren lijfelijken inventaris uitbundige hilariteit.
Daar de stakkerd haar achterhoofd kwijt was, zette Bets haar een lief klein mutsje op, en daar de armen en beenen in den slag waren gebleven, wikkelde ze haar in een deken, om dit gebrek voor aller oogen te bedekken, terwijl ze haar beste kribje aan deze kwijnende zieke afstond.
Ongelukkig voor hem had de werkmeid de vergissing bespeurd, die zijne verstrooidheid hem had doen begaan; hem het geheimzinnige meubel met de linkerhand driftig ontrukkende, verborg zij dit onder haar schort en gaf den stakkerd met de rechterhand zoo'n flinken tik op zijne wang, dat ik dadelijk om de walvischboot bij de Bermudas dacht, welke die liefkoozing van den grooten visch ontving. »O, ezelskop!" zeide zij, »wie heeft dat ding nu noodig?"
„Arme stakkerd!” zei mevrouw Groote, met tranen in de oogen. „We hadden nog zóó ons best gedaan bij de vrinden; ’t zou zoo’n aardige kleine ovatie zijn geweest
Hij droeg den bekenden bak vol snuisterijen aan een riem om den hals. Met trillende, hartroerende stem herhaalde hij steeds zijn smeekbede: "Gedenk den lammen, blinden man, die geheel verlaten is." Een kaart, waarop dit klaaglied met vette letters gedrukt stond, was tegen den voorwand van den bak bevestigd. Moeder zag dat het treurige lot van den hulpeloozen stakkerd me aangreep.
En ik zelf zoû met den eerste den beste willen ruilen, Harry, lach niet. Ik zeg de waarheid. De stakkerd die pas doodgeschoten is, is er beter aan toe dan ik. Ik ben niet bang voor den dood zelf. Het is het aankomen van den dood, dat me zoo akelig maakt. Het is of ik zijn vale vleugels hoor wapperen in de zware lucht om mij heen ...! Groote God!
ASLAKSEN. Ik denk dat de Bond van Huiseigenaren van die uitdrukking gauw gebruik zal maken. Dank, dank, mijn lieve trouwe vrienden;... het is zoo verkwikkend dat alles te hooren;... mijn broer noemde mij heel anders.... Nou, dat zal hij, bij mijn ziel, met woeker terug krijgen! Maar nu moet ik weg om naar een armen stakkerd te gaan kijken.... Straks kom ik terug, zooals gezegd.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek