United States or Philippines ? Vote for the TOP Country of the Week !


Sprotje begon wereldwijs te worden. Als ze op straat mooi gekleede Mevrouwen zag, kwam het bij haar op, hoe die er thuis wel uit zouden zien, en wat voor loon die an 'r meissies geven zouen...... Zij begreep ook, dat de voordeelige diensten niet weggelegd waren voor kinderen als zij.

Den eersten Zaterdagavond mocht Sprotje twee boodschappen in de stad doen en bij haar moeder aangaan; zij was die week nog niet verder geweest dan de stoep van meester Jonkers' huis. 't Was het kind een zeer onwennige gewaarwording, dit naar huis gaan.

't Was een mutsje van fijn geplooide tule, met een geborduurd, neteldoeksch bodempje erin, en langs de breede keelbanden liep aan de onderzijde een open zoompje en een kantje van een vingerbreed. Sprotje had nog nooit zoo'n mooi mutsje gezien; de meiden aan de Veerbrug droegen er geen fijnere! Zij had ook nog nooit voor zichzelf iets gekocht, dat vijfentachtig cent kostte!

De jongen, zijn naakte oogen neergeslagen naar het voorwerp, dat hij niet thuis wist te brengen, vroeg, fel op eens: "En wanneer trouwt ze?" "Vrijdag," zei Sprotje. De jongen gromde iets binnensmonds. "Was de Donderdag niet deftig genoeg voor 'r?" smaalde hij. "Mijn moeder is op de bruiloft gevraagd, maar ze zal wel niet gaan," vertelde Sprotje.

Dienzelfden avond kwam voor de tweede maal Coba van juffrouw Jonkers om te vragen, hoe het met Marie was; ze vroeg ook, wanneer of Marie terug kon komen... moe was voorloopig wel zoowat geholpen, maar lang kon ze 't toch niet meer zonder een vast meisje stellen.... Sprotje schrok. "'k Zal wel gauw weer beter zijn," zei ze heet.

Sprotje had wel eens gehoord van haverdepap, en van gort uit een bus,.... maar dat was te duur, zei de Juffrouw.

Te verlegen voor lieve naampjes of spelletjes als de Juffrouw er bij was, nam Sprotje gretig elken kans waar, dat ze hem alleen kon vinden, om gauw even haar zotste grijnslachjes tegen hem te lachen en voorzichtig, met den wijsvinger, hem onder het kinnetje te komen.

Eens, op een middag in Maart, zag Sprotje plotseling, over het Broerekerkplein, Juffrouw Jonkers aankomen met een jongetje in een blauw hesje aan de hand, dat klein Wilmpje moest zijn.... Haar hart hamerde in diepe zware stooten en zij voelde zich geheel koud worden van ontsteltenis en vreugde.

"Gauw beterschap, meid!" zei de Juffrouw, "je hebt hier altijd best opgepast....!" 't Was een koude dag, en in den sergen doek van haar moeder en nog een wollen doekje om van Ant, sjokte Sprotje, tusschen Ant en haar moeder in, op weg, naar huis. Juffrouw Jonkers keek haar even na; dan deed zij snel de voordeur dicht. Zij begreep, dat zij het kind in haar dienst niet weerom zou zien.

Mevrouw vergat nooit op de klok te kijken voor ze om een boodschap ging: ze moest de beenen maar onder den arm nemen, want ze was me een hardloopertje van luie kees.... "Lak met ouwels," zei Mevrouw gebelgd, als Sprotje volhield, dat het buiten nog geen acht uur had geslagen en de wekker kwart óver wees.... een tijdje later hoorde zij stiekem morrelen aan het werk.