Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 mei 2025


Uilenspiegel antwoordde: Ga bij den parochiepaap, die, als een goede herder, de vijand van Spelle is. Verzamel uwe vrienden en kom morgen, na de slaapklok, met hen op de Evergemsche baan, voorbij het huis van Spelle, tusschen den Valk en het huis van dien snoodaard. Gij moet allen in de schaduw blijven en moogt geen witte kleeren aanhebben.

De lanteernen werden aangestoken en Spelle klom op den wagen met zijne lanteerne in de hand; maar nauwelijks had hij gekeken, of hij slaakte een grooten schreeuw en viel achterover, gillend: Michielken! Michielken! Jezus, ontferm u mijner! In een hoek van den wagen stond een man, die in 't wit gekleed was, lijk de pasteibakkers, en die, in de beide handen, bloedige voeten vasthield.

Ik zal alles verkoopen, alles aan de arme geven en mijn leven lang boetveerdigheid plegen. Uilenspiegel, ziende dat de menigte der toegeloopen poorters bereid was om hem ter zijde te staan, sprong van den wagen naar de keel van Spelle en wilde hem verworgen. Maar de pastoor kwam bij. Laat hem leven, sprak hij, het is beter dat hij door beulshanden sterve dan door die van een spook.

... Alhoewel de getuigen geenszins van goed en zedelijk gedrag waren, werd Michielken gevangengenomen. Daar Spelle en zijne knechten verklaard hadden, dat de bewijzen voldoende waren om den beschuldigde op de pijnbank te leggen, werd Michielken bij de armen gehangen aan eene katrol, die in de zoldering vastgemaakt was, nadat men aan elken zijner voeten een gewicht van vijftig pond had gebonden.

Boelkin, zoo was de naam van het meideken, keerde gerust terug naar heur huis te Meulestede, zonder de wraak van Pieter de Roose te vreezen, want een koerier, die voor zaken naar Destelbergen gekomen was, verwittigde heur dat de parochiepaap en de poorters verklaard hadden, dat zij Spelle vóór den hertog zouden doen verschijnen, bijaldien hij de hand dorst leggen op de zuster van Michielken.

En Spelle werd gevonnist en gehangen, en zijne goederen verbeurdverklaard. En de koning erfde. 's Anderen daags trok Uilenspiegel naar Kortrijk, langsheen den boord van de Leie, met heur helder gouden water. Jammerend volgde Lamme zijn vriend. Uilenspiegel zei tot hem: Zucht gij nu weder, lafhertige ziele, voor de vrouw, die u een hoornen kroon op het hoofd zette?

Uit vreeze van gehangen te worden, dorst men hem, in de afspanning, niets weigeren. Pieter de Roose, die weer moed gevat had, was naar Meulestede teruggekeerd. Overal volgde hij Spelle en zijne beulsknechten, om door hen beschermd te worden. En Spelle trakteerde hem soms. En samen dronken zij blijde met het geld der onschuldige slachtofferen.

Doch de provoost, de rosse Spelle, met zijne roode roede gewapend, reed op zijn mager peerd van de eene naar de andere stad, en overal deed hij schavotten oprichten, brandstapels aansteken, putten delven om arme vrouwen en meidekens levend te begraven. En de koning erfde. Uilenspiegel zat met Lamme te Meulestede onder eenen boom, en was naargeestig.

Geef mij een mes, riep hij, dat ik al dien gemeenen boeren en burgers de les spelle: ik ben een edelman en nooit sloeg men mij in het gezicht. Water! laat mij slapen, ik ben onschuldig. Ik ben het niet, die de zevenhonderd karolussen stal: 't is Hilbert. Drinken! Nooit bedreef ik tooverij of bezwering. Ik ben onschuldig, laat mij gaan. Drinken!

... Pieter de Roose vluchtte uit Meulestede, uit vreeze dat het hem nog blijvende geld opnieuw de aandacht van Spelle zou wekken, terwijl Michielken, mijn arme broeder, stierf van den kanker, die zich aan zijne voeten gezet had.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek