Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 mei 2025
Ik was gewoon het te zingen met Gurth, eertijds mijn speelmakker, en nu door God en zijns meesters genade een vrij man, en wij kregen eens stokslagen, omdat wij zoo betooverd waren door de melodie, dat wij twee uren na zonsopgang nog te bed lagen, en het liedje tusschen slapen en waken zongen; de rug doet mij sedert dien tijd steeds zeer, als ik eraan denk!
Toen Frank luitenant werd in de Hofstad, was Dries als milicien bij het Regiment ingedeeld, en reeds den tweeden dag na zijne indiensttreding zocht hij zijn vroegeren speelmakker op, verkreeg, bij het naar huis gaan van de miliciens der vorige lichting, de plaats van oppasser bij Frank, en liet zich spoedig daarna als vrijwilliger bij het leger aannemen.
Hij had geen vriendjes en geen verlangen er naar; zijn broer, een deugniet die jong naar Duitschland trok en waarvan nooit meer iets gehoord werd, scheelde te veel met hem om zijn speelmakker te wezen; zoo had hij dan geen anderen dagelijkschen omgang dan met vader en tante en de goede trouwe meid.
"Neen," hernam Gurth, "ik vrees niet door iemand ontdekt te worden, dan door mijn speelmakker, Wamba, den nar, aan wien ik nooit heb kunnen merken, of hij een schelm of een gek is.
O neen, mijn voogd! laat mij blijven, en dit gebouw niet eer verlaten, dan om naar Friesland te keeren." "Ik weet," zeide Adeelen, bewogen, "dat uw hart goed is, en dat gij ook om het onheil eens onbekenden zoudt treuren: maar bij den hemel! ik werd liever door u bespot en uitgelachen, dan dat gij mij alleen die tranen schonkt, welke men voor een speelmakker, voor een broeder vergiet.
Tromp boog zich en zes kogels doorboorden den wand van de hut waartegen hij geleund had. "Kinderen, nu moet het ons gelden! Elk doe zijn best!" sprak hij tot de matrozen en zich even tot Huib wendende, vroeg hij: "Zijt gij niet mijn oude speelmakker Huib Maerland?"
Hij zweeg dan eenige oogenblikken, en antwoordde toen: "Hij was een braaf en beminnelijk mensch: de speelmakker mijner jeugd.... evenals ik door den edelen Carlo als zoon aangenomen: wij hebben samen veel lief en leed doorgestaan: hadden wij niet beiden ons oog op Madzy laten vallen, wij waren eeuwig vrienden gebleven."
"Gij zijt onbillijk, Adeelen!" zeide Madzy, terwijl de tranen in haar lieve oogen blonken: "denkt gij, dat ik het gevaar, 't welk den vriend mijner kindsheid, mijn speelmakker, mijn broeder boven het hoofd hangt, met een onverschillig oog aanzie? Gelooft gij, dat ik zelve gestemd ben, dat gehate feest bij te wonen!
"Zoo! en hoelang is het wel geleden, dat zij den knaap gezien heeft?" "Dat zal nu ongeveer twee jaren zijn" antwoordde Mom: "hij is, meen ik, in 19 van hier vertrokken." "Zoo! dan vat ik de kneep! en ik geloof inderdaad, dat een vergelijking tusschen een frisschen speelmakker en een deftigen heer als de Ambtman Mom, nooit gunstig uit kan vallen voor den laatste.
Hoewel dus voor iederen oningewijde hun ongedwongen omgang verborgen bleef, behandelde Frank zijnen speelmakker bijna als zijns gelijke en vormde van hem een voor zijn stand flink ontwikkeld persoon. Zijne vreugde over het besluit van Dries laat zich dus gemakkelijk verklaren.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek