Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 juli 2025
Na een poos hernam zij: "Het gebeurde juist op deze plek. O, als ik het over kon doen, ik zou hem voor geen wereld zoo behandelen! Nu is hij heengegaan, en ik zal hem nooit, nooit meer terugzien!" Dit denkbeeld maakte haar zoo van streek, dat, op den ganschen weg huiswaarts, haar de tranen langs de wangen biggelden. Toen kwam er een troepje jongens en meisjes aan, speelkameraden van Tom en Joe.
Wanneer zij behoorlijk verzorgd worden, kunnen zij jaren lang blijven leven en in goeden welstand gehouden worden; gewillig of onwillig dienen zij als rijdieren en speelkameraden voor de Apen, laten zich alles welgevallen, geraken gewoon aan wandelingen over dag, en planten zich ook wel voort.
We kunnen niet langer speelkameraden wezen, maar wij zullen broer en zuster zijn, om elkaar ons leven lang lief te hebben en te helpen; zullen we niet, Laurie?"
Zijn moeder was in zorgen; hij zelf had schulden gemaakt en nu vroeg hij haar om daarmeê zijn vaderlijk huis en zijn huzarenrok te redden. Zijn tehuis was Hekeby, het lag aan den andren kant van het meer vlak over Björne. Ze kende hem goed, ze waren even oud en speelkameraden. "Je kon best met mij trouwen Marianne, ik heb nu een ellendig leven.
»Wij kinderen werden spoedig speelkameraden en goede vrienden, want onze ouders lieten de koningskinderen niet eerder met de lessen beginnen, dan nadat zij zich bij ons thuis gevoelden. Aan Arsinoë beviel dat goed, hoewel zij reeds lezen en schrijven kon; Cleopatra echter uitte menigmaal het verlangen om iets te hooren van de wijsheid mijns vaders, waarvan men haar veel verhaald had.
Mijn moeder vlocht van huiden en boomschors vele foedralen voor flesschen, ik hoedde de kudde der priesters ; Anastasia en de kleine schildpadden waren mijn speelkameraden. Op zekeren dag kregen wij bezoek van den geliefden Aphtanides; hij verlangde zoo, ons te zien, zeide hij, en hij bleef twee volle dagen bij ons.
Wacht maar even, als je wilt; de anderen zullen wel dadelijk komen. JOHAN. Hoor eens, Martha, heb je altijd zoo'n haast? MARTHA. Ik? JOHAN. Gisteren liep je ook al weg, zoodat ik geen woord met je kon praten, en van daag.... MARTHA. Ja, maar.... JOHAN. Vroeger waren wij toch altijd bij elkaar, wij twee oude speelkameraden. MARTHA. Och, Johan, dat is zoo heel, heel lang geleden.
Hij kan anders met zijne ouders, zijne meesters en zijne kleine meestertjes en meesteresjes, die tegelijk zijne speelkameraden zijn, volstrekt niet voort. List en bedrog worden hem tot noodzakelijke, onmisbare gewoonten. Het is niet billijk iets anders van hen te verwachten. Zij behooren er niet voor gestraft te worden.
Tot speelkameraden hebben zij de huisdieren: eene soort van kleine langharige honden, met korte pooten en waggelende van vet; en eene bijzondere soort van katten, wit met gele en zwarte vlakken, zeer slechte muizenvangers, schandelijk lui, maar zeer aanhalig.
Hij bracht ons o.a. bij den kapitein der Arabieren, en we kwamen tot de ontdekking, dat we familie van elkaar zijn. Door over en weer te vragen ontdekten wij, dat zijn familie, grootvader, goed bevriend was met den onzen; zijn vader en oom waren de speelkameraden van Vader en zijn broers en van grootvaders aangenomen zoons.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek