Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juni 2025
En, by al die specialiteiten, de zeer speciale specialiteit der frazen ... vuile eieren! Alles saamgenomen! vergif! Ik ben terdeeg aan 't komponeeren. Zie eens hoe quite right ik al die stinkende dingen on their right places heb gezet, om de oneetbaarheid van de broodjes te betoogen, waarop de maatschappy zich maagbedervend het gebit slee kauwt.
Wij hebben ongeveer negenhonderd colli's; op elke reis heeft een slee er zes, van samen 300 kilo's; naar onze berekening moet een week voldoende wezen voor het transport. Inderdaad zijn op Zaterdag 28 Januari op den middag alle lasten ter plaatse.
't Is voor Anna nog 't vreeslijkste van alles te zien, hoe die woorden op den boozen man werken. Hij rukt aan de teugels, wendt zijn slee en rijdt naar huis, terwijl hij 't paard aanzet met zweepslagen en woest geschreeuw. De steile helling af met levensgevaar, terwijl een lange streep vonken onder de wielen en de paardehoeven uitspat, in de lichte Maartsche sneeuw.
Hij moest nog eens 't hart in zich voelen opspringen van vreugde en zijn gedachten opvlammen in een roes. O, dat gezegend brouwsel! Zomerzon, vogelgezang, al de geuren en schoonheid van den zomer zweefden er over heen. Nog éens, eer hij verdwijnt, wil hij geluk en zonneschijn indrinken. Toen ruilde hij eerst het meel, toen den zak en eindelijk de slee alles voor brandewijn.
En met lantarens en fakkels laat zij de voertuigen uitzoeken, die aan de tegenwoordige kavaliers van Ekeby behooren: 't oude kariool van Beerencreutz en de met wapens versierde slee van
Zij letten op de stilte in de lucht, den hemel zonder wolken en 't gezang van den leeuwerik en zeiden: "Is 't niet alsof dit een dag des Heeren is?" Daar kwam Sintram aanrijden. Hij vloekte en zwaaide de zweep over het steigerende paard. 't Zand knarste leelijk onder zijn slee, 't gerinkel van zijn bellen verdrong 't luiden van de kerkklok.
"Als ik dat geweten had, had ik je niet in mijn slee willen hebben, en niet hier achterop gestaan. Dat had ik je nooit willen rijden." De trotsche erfdochter antwoordde: "Ik zou zonder Gösta Berling nog wel naar Borg gekomen zijn." "'t Is toch jammer van je, Anna," zei Gösta nadenkend, "dat je geen vader of moeder hebt.
Ze stond stil, den mond open als om te schreeuwen, de armen uitgestrekt, naar hulp grijpend, maar ze had niet geroepen, en ook niet geprobeerd op de slee te komen. Er moest iets geweest zijn, dat haar versteende. "Dat zal ik wel geweest zijn. Ik zal er wel hebben uitgezien als een spook, toen ik haar voorbij rende," dacht hij. Hij probeerde er blij om te zijn, dat hij nu zeker zou ontkomen.
Ik heb koren van morgen uit vaders schuur gehaald en ben er nu mee naar den molen geweest." "Maar ziet hij je nu niet, als je er nu mee thuis komt?" "Jij bent ook niet slim. Vader is uit op huisbezoek. Dat kun je toch wel begrijpen." "Maar daar komt iemand achter ons de hoogte oprijden. Ik hoor de sneeuw kraken onder de slee. Als hij dat nu eens was!" 't Meisje luisterde en tuurde.
Ze neemt in lompen gekleede bedelaarskinderen op schoot en als ze op den weg een armen stumper voorbijrijdt, laat ze den koetsier ophouden en neemt den armen voetganger in haar sleê op. Gösta zit graag in 't blauwe kabinet, waar men het prachtige uitzicht naar 't noorden heeft over 't meer en leest haar verzen voor. Daar kan toch geen kwaad in zijn.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek