United States or Cyprus ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hier slaap ik, zeide zij. Hier slaapt de edele Crispinus. En hier is jullie kamer.... De bronzen lampen waren overal ontstoken: het waren slangen om boomtwijgen of opgerichte, slanke chimera's, uit wier opene bekken de brandende pitten vlamden als tongen van vuur. En de jongens dachten dadelijk: .... Zij laat ons niet met de slaven slapen....

De vrouwen vooral, met haar vrijen lossen gang, met haar schitterend gekleurde, witte, groene, roode of veelkleurige gewaden, die geheel los en vrij haar om de slanke leden golven.

In de groote zaal van het Volkshuis, waar 't zoo druk was dat men noch binnen noch buiten meer kon, zag Simon Peter op den hoogen katheder de slanke gestalte van pastoor Pezza in zwarten rok oprijzen. Pastoor Pezza had een innemend gelaat en zijne oogen schitterden ongemeen.

De slanke, bewegelijke stam en de elegante pluim van den kokospalm wisselen af met sagopalmen, arengpalmen, en het fijne, lichte kantwerk van de bamboeboschjes. Tusschen de groote, satijnzachte bananenbladeren ziet men honderden onbekende boomen met lichte of donkere, doffe en glanzende, groote en kleine bladeren.

"Ik kwam alleen maar, om u dat te zeggen," zei zij en keerde zich van hem af. Hij keek naar haar fijne, slanke gestalte, naar haar frissche, jonge gezicht en zeide toen met verbazing: "Maar je bent pas negentien jaar, kind over een maand ben je pas negentien!" "Nou, wat zou dat?" "Hoe kan je nu al zoo vreeselijk verlangen? Hoe heb je er tijd voor gehad? Je bent nog zoo jong!"

De Gotiese katedralen van de Rijnstreken en Noord-Frankrijk met hun lichte gewelfde, feestelik stemmende ruimten, de slanke pijlers en bogen, het kleurrijke stralende licht door ruiten en rosetten.

In haar vaderland klimmen haar dunne, slanke stengels met de meest verschillende organen tegen de boomen op; zij slingeren zich van stam tot stam tot zelfs boven in de kronen der hoogste boomen. Jammer is het, dat een liefhebber de fraaist groeiende soorten niet kan kweeken.

En er komen gasten. Want iedereen is hier welkom. Er is een Amerikaansche majoor. Een kerel als een boom. Bij nader onderzoek blijkt hij een doodgoede medicus te zijn. En, glimlachend als een oud, moe man, zie ik de oude geschiedenis, die toch altijd nieuw blijft. Er komt een lieve, slanke jongen, een leerling van de Onderwijzers-Kweekschool. Zijn ouders wonen in een van de koloniën.

Aan bloote voeten en half opgemaakte haren went men gauw; aan sarong en kabaai, een dracht die de slanke inlandsche vrouw goed kleedt, went men bij de breeder geheupte Hollandsche vrouw moeilijker.

Vlugge, slanke, bruine jongens en mannen liepen hier en daar naast den stoet, een wakend oog op de kudden zwarte schapen en geiten houdend. Voor de kameelen is dit niet noodig, die volgen van zelf een enkele moederkameel vergezeld van een jong, dat gedwee bij de moeder blijft en er in zijn schonkige magerheid onoogelijk uitziet. Herbergen, gelijk bij ons, kent men in 't Oosten niet.