United States or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !


Esther zag verwonderd op; maar Simonides, zichzelf meester, zeide koel: Hoor mij ten einde. Omdat ik ben wat ik ben, en om de liefde waarvan ik sprak, eisch ik van u naar recht en billijkheid de bewijzen, dat gij zijt voor wien gij u uitgeeft. Daarna zal ik uwe vraag betreffende mijne verhouding tot vorst Hur beantwoorden. Hebt gij uwe bewijzen op schrift? Of brengt gij persoonlijke getuigen mee?

Laat mij voortgaan.... Ik wilde zeggen, dat ik geen andere keus heb, dan het werk te aanvaarden, dat gij mij aanwijst; en daar een roemlooze dood mij wacht als ik hier blijf, zoo zal ik terstond aan het werk gaan. Zullen wij onze overeenkomst op schrift brengen? vraagde Simonides als man van zaken. Uw woord is mij voldoende, antwoordde Ben-Hur. En mij ook, zeide Ilderim.

Hoe bedoelt gij dat? vraagde Malluch. Wel, gij weet dat wij voor ons spreken en handelen, vooral bij gewichtige aangelegenheden, een beweegreden hebben. Wat hebt gij te dien opzichte bij hem opgemerkt? Daarop, meester Simonides, kan ik met zekerheid antwoorden. Hij wil zijne moeder en zuster opsporen, dat allereerst.

Dien avond deelde Ben-Hur zijnen vriend Simonides alles mede wat hem overkomen was in het paleis van Idernee. Zij kwamen overeen, dat na een paar dagen een onderzoek zou worden ingesteld naar den vermisten zoon van Arrius. Tevens zou van het geval afgifte worden gedaan bij Maxentius.

Simonides liet zijne handen weder op de deken rusten en zeide tot Esther: Een zetel voor den meester, mijn kind! Haastig schoof zij een lagen stoel aan en wachtte op nader order, onzeker waar hem te plaatsen. Ben-Hur trad naderbij, zette hem aan Simonides' voeten en zeide: Hier wil ik zitten. Zijne oogen ontmoetten de hare, slechts een oogenblik, doch die blik deed beiden goed.

Dat verzoek voorziende, heb ik alles in orde gebracht en leg ik u hier een opgaaf voor hetgeen tot een volkomen begrip noodig is. Zij omvat twee zaken: het vermogen en onze onderlingen verhouding. Wat hier geschreven staat zal u alles duidelijk maken. Wilt gij het nu lezen? Ben-Hur nam de rol aan en zag naar Ilderim. Neen, zeide Simonides, laat de tegenwoordigheid van den Sheik u niet weerhouden.

Esther ging naast haar vaders draagstoel, een gesloten draagstoel volgde hen. Vrede zij u, Simonides; en u, Esther, zeide Ben-Hur hun te gemoet tredende. Als gij op weg zijt naar Golgotha, blijft dan hier, totdat de stoet voorbij is, dan vergezel ik u. Hier achter het huis is plaats genoeg. De koopman hief het hoofd op en zeide: Vraag het Balthasar. Wat hij wil is mij goed.

Hij had hare dankbaarheid, zij zijne edelmoedigheid begrepen. Simonides boog het hoofd, slaakte een zucht van verlichting en zeide: Geef mij nu de papieren, Esther. Zij opende een der paneelen in den muur, nam er een rol uit, en gaf die haren vader. Gij hebt gelijk, zoon van Hur, begon Simonides, de papieren ontrollende, laat ons elkander goed begrijpen.

Ik heb nu niets meer om voor te leven dan mijne wraak. Vaarwel. Bij den uitgang keerde hij zich om en zeide eenvoudig: Ik dank u beiden. De vrede Gods vergezelle u, zeide de koopman. Esther kon niet spreken, zij snikte luid. En zoo vertrok hij. Nauwelijks was Ben-Hur de kamer uit, of Simonides scheen als uit den slaap te ontwaken. Zijn gelaat gloeide, zijn sombere oogen schoten vuur.

Ook Simonides had zich naar het terras laten brengen en liet den blik rusten op de rivier en de ten anker liggende schepen. De muur achter hem wierp een breede schaduw op het water. Esther stond voor hem met een blad, dat zijn eenvoudig avondeten bevatte: luchtig gebakken koeken, wat honig en een kom melk. Malluch is laat, zeide hij, en verried alzoo waar zijne gedachten toefden.