Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 5 mei 2025


Na den strijd sprak Regin: "Wat heeft Siegfried de vijanden van zijn vader vinnig in het vleesch gebeten! Daar is geen held zoo geweldig als hij, geen, die den grond ooit feller rood heeft geverfd, en grooter vreugde aan de raven gaf!" Toen Siegfried weer in zijn land was teruggekeerd, spoorde Regin hem opnieuw aan Fafner te bevechten.

Siegfried antwoordde den draak: "Mij haalde over mijn moedige hart, en mijn hand werd door mijn scherpe zwaard geholpen. Iemand, die van jongs af laf is geweest, komt er niet toe te gaan strijden." Toen sprak Fafner: "Wees niet overmoedig, held, want ook de Nornen weven het net van uw noodlot.

Dat was de zegepraal van de liefde over het noodlot, dat zijn werk begonnen was op het oogenblik, dat Siegfried en Brunhilde elkander leerden kennen, elkander den ring aan den vinger gaven, en dat hun joeg door lijdensdagen, d. i. verlangensdagen, naar dien grooten, nooit eindigenden Dag van onafscheidelijke vereeniging.

Grootmoedig schenkt hij Kriemhilde als bruidsgeschenk den Nibelungenschat, dien hij in jonge jaren in een overwinning op de zonen van den koning der Nibelungen en den bewaker van den schat Alberich als prijs behaald had. Louter vreugde heerscht aan het hof te Worms; echter niet bij allen. Behalve door Kriemhilde wordt Siegfried nog door een ander in 't geheim bemind. Dit is Brünhilde.

Toen sprak de draak: "O held, jonge held, welke sterveling gaf u het leven, uit welken stam kwaamt gij voort? Gij hebt uw zwaard in Fafners bloed geverfd, uw staal steekt in mijn hart." Siegfried echter wilde zijn naam niet noemen. Want de menschen uit die dagen meenden, dat er groote macht uitging van het woord eens stervende, wanneer deze zijn vijand met name vervloekte.

Een hongerige neemt zelfs het brood aan, dat een bedelaar hem biedt: Siegfried meenende, dat de slotvoogd hem in zijn eenzaamheid wilde troosten, nam deze bewijzen van genegenheid minzaam aan en beloonde ze met welwillendheid, hoewel hij in zijn binnenste vertoornd was op den man, die hem den treurigsten dienst zijns levens bewezen had. Eens ging de paltsgraaf weer op de jacht.

Vandaar dat Siegfried hier geen vergetelheidsdrank behoeft te drinken daar hij Brunhilde, alvorens Goedroen tot vrouw te nemen, niet kende en dus ook niet vergeten kon. In de Edda komt trouwens deze vergetelheidsdrank ook niet voor.

Tussen de geslachten komt zo het romantiese van het op een afstand-zijn; het verlangen van Siegfried naar de onbekende schone wordt grooter met de moeilijkheden om met haar in aanraking te komen en Krimhilde bloost in het vrouwenvertrek, terwijl zij ieder uithoort over de vreemde ridder, over wie zij aan het hof van haar broeders zo veel heeft horen vertellen.

En hij lag naast u op uw bed en hij nam u een ring van den vinger en dien ring kunt gij hier herkennen." Brunhilde zag den ring, dien Goedroen aan de hand droeg, en zij herkende hem. Toen verbleekte zij alsof zij dood was, en ging heen en zeide heel den avond geen woord meer, en zij zat buiten. Daar klaagde zij: "Ik wil Siegfried, het heldenkind, in de armen hebben, of anders wil ik dood.

Als de sage waarheid behelst, moet in dezen tijd de Eland in geheel Duitschland en Nederland tot aan het uiterste westen geleefd hebben, want bij de beschrijving van de jacht van Siegfried in Wasgau wordt gezegd: "Daarna versloeg hij weder een Wisent en een Elk, Vier sterke Auers en een boosaardigen Schelk".

Woord Van De Dag

meisjesschaar

Anderen Op Zoek