Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 5 juni 2025


Regin had nog niets gekregen van al het goud, dat Fafner bij den dood van zijn vader medegenomen had, en hij zinde nog steeds op middelen om zijn deel machtig te worden. Siegfried nu kwam bij Regin en bleef bij hem wonen. Regin vertelde hem, dat Fafner de gedaante van een draak had aangenomen en in een hol op Gnitaheide lag.

Toen stierf Brunhilde. En zij stapelden een hoogen brandstapel op voor Siegfried en Brunhilde. En er was plaats voor allen, die kwamen om met hen te sterven. Zij behingen den brandstapel met schilden en kleeden en lijkwaden, en legden het lichaam van Siegfried daar boven op.

Ortroens klacht staat buiten de Siegfried- en de Goedroensage, sluit zich echter zeer nauw, vooral bij deze laatste aan. Het schijnt een, uitsluitend in het Noorden bestaand gedicht te zijn, dat den strijd van Atli en Goenther nader tracht te verklaren. Goenther beminde Ortroen, toen deze nog kind was, maar trouwt met Brunhilde, haar oudere heldenzuster.

Alleen Brunhildes levensverhaal gebruikte ik in mijn bewerking van de sage, dáár, waar ik vertelde hoe Brunhilde door Wodan in slaap gestoken werd, en den inhoud van de laatste verzen maakte ik weer tot Brunhildes woorden op het eind: "Lang nog zullen er mannen en vrouwen leven om te lijden. Maar eeuwig zullen wij samen zijn, Siegfried en ik."

Nu eischte zij zijn dood om met hem te kunnen sterven, dat was het eenige middel om eeuwig te kunnen samenzijn. Maar voor Goenther, dien zij aanspoorde tot den moord, kon zij dat niet als reden laten gelden, en daarom zeide zij, dat Siegfried ook hem bedrogen had in haar. Dat was geen leugen, dat was een list.

En bij dezen bracht Siegfried zijn jeugd door. Siegmond en al zijn zonen waren mannen, die boven de anderen uitmuntten door kracht en grootte en verstand en allerlei bekwaamheid. Siegfried echter was de allervoortreffelijkste, en de oude sagen zeggen van hem, dat hij verreweg de voornaamste van alle heirkoningen was.

Toen Brunhilde later het bedrog inzag en erkende, dat Siegfried de vreeslooze, dat Siegfried dus haar geliefde was, dien zij slapende verwachtte, Siegfried, de man van Goedroen, kon zij hem daarom van trouwbreuk beschuldigen.

Siegfried-Goenther antwoordde haar: "Ik ben Goenther, de zoon van Gibich, en gij zijt bestemd om mijn vrouw te worden, want ik reed door het vuur." Toen zeide Brunhilde: "Lang heb ik geslapen, zoolang als menschen lijden. Dat wilde Wodan, en ik kon mijn tooverslaap niet verbreken." Siegfried zette zich naast haar neder en vroeg haar naam. En zij zeide: "Gegroet gij dag, gij allen, lichtewezens.

Toch waren, 't is reeds gezegd de Noorsche goden ons niet vreemd, want zij waren onze eigen goden, en de middeleeuwsche Nibelungendichter deed zijn lied in Nederland geboren worden: Siegfried, onze Zegevrijt....

Zij droegen het op goudomrande schilden en brachten het in Goedroens zaal. Des avonds zaten de koningszonen bij elkander, en dronken veel en voerden vroolijke gesprekken. En Brunhilde was bij hen. In haar zaal echter zat Goedroen bij Siegfrieds lijk. Zij weende niet en sloeg niet de handen in elkaar en weeklaagde niet zooals andere vrouwen. Zij waakte bij Siegfried en was vol van smart.

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek