United States or Brunei ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toen zeide Goedroen: "Zoo verheven was Siegfried boven Gibichs zonen, als een boom boven het gras, als een volwassen hert onder kleinwild, als gloeiend goud tusschen het grauwe zilver. Broeders misgunden mij zulk een vriend, die alle anderen overtrof. Zij konden niet slapen, niet strijden van nijd, vóór Siegfried gedood was." Toen kwamen er mannen, die droegen Siegfrieds lijk.

Eens zond Atli gezanten naar het land der Gibichungen, om Goenther en Hagen uit te noodigen op zijn burcht. Want Atli wilde nu ook een gedeelte van het goud hebben, dat Siegfried nagelaten had. Ook had Atli gehoord, dat er een geheime liefde bestond tusschen zijn zuster Ortroen en Goenther. Atli was hierover zeer vertoornd en hij wilde de Gibichungen dooden.

De eer eischte wraak, en toen haar list gelukt was en Siegfried was gedood, onthulde zij haar geheim en stierf. Siegfrieds en Brunhildes ondergang was een gevolg van Siegfrieds zonde, toen hij de Walkure wekte, maar zich anders voordeed, als hij was: hij kwam in Goenther's gestalte.

Mistroostig lag graaf Siegfried op zijn legerstede, en vol droefheid dacht hij aan de geliefde gade in het mooie Rijndal. Toen kwam er op een dag een bode uit den "Mayenfelder Gau", die den paltsgraaf een perkament bracht, door Golo den slotbewaarder geschreven.

Haar oogen gloeiden en zij knarste op de tanden, toen zij de wonden van Siegfried zag. En zij zeide: "Nooit zal ik dien aanblik vergeten. Van al die smarten draagt het goud de schuld, waarvan ik den gloed gezien heb rondom den bezitter van den drakenschat. Wel moet ik dien rit nu rijkelijk boeten." Toen ging Brunhilde naar het nachtvertrek van Goenther.

Van dengene, die deze heldendaad volbracht, wilde Brunhilde de geliefde worden, hij zou de vreeslooze zijn, aan wien zij zich verbonden had, nog vóór zij hem kende. Siegfried volbracht die heldendaad, en was dus Brunhildes geliefde, maar hij deed het in Goenthers gestalte, en zoo bedroog hij haar.

Gij dacht er niet aan, Goenther, dat gij uw bloed met het bloed van Siegfried tot een verbond hebt vermengd en gij hebt het hem slecht beloond, dat hij de dapperste was van allen. Dat toonde hij eens, toen hij uitgereden was om mij te werven, en hij de belofte, die hij u deed, zoo trouw heeft gehouden.

Bij koning Helperik nu, waar Siegfried was, kwam zeer dikwijls een zekere Regin, de zoon van Reidmar. Deze Regin was zeer sluw en geslepen en ervaren in vele dingen, en zoo klein van gestalte als een dwerg. Regin ging zeer veel met Siegfried om en leerde hem allerlei kundigheden.

Slechts weinig gelijkt gij op Goenther, en gij zijt niet zoo heldhaftig als Hagen was. Wanneer gij zoo dapper waart als die beide broeders, zoudt gij heengaan om uw zuster te wreken." Hamdir antwoordde haar: "Hebt gij den moed van Hagen ook zoo geprezen, toen zij Siegfried doodden in het bosch? Zijn moordenaren lachten, terwijl gij bij het lijk zat, maar gij hoordet het niet.

Daar had hij zich den schrikhelm op het hoofd gezet, die alle levende wezens vervulde van angst, en beschermde zoo zijn schatten. Regin smeedde voor Siegfried een zwaard, dat Gram heette. Dit zwaard was zoo scherp, dat, wanneer men het in den Rijn stak en een vlok wol in den stroom wierp, de vlok, zoowel als het water, in tweeën gesneden werd.