Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 mei 2025


Sörli en Hamdir vielen toen Ermenrich aan, hieuwen zijn handen en voeten af, en zouden hem vermoord hebben als niet een eenoogig vreemdeling plotseling was verschenen en de omstanders had aangespoord de jonge mannen met steenen te werpen.

Overeenkomstig een derde en zeer afwijkende overlevering verdronk Goedroen niet, maar werd door de golven naar het land gevoerd waar Jonakur koning was. Daar werd zij zijn vrouw en de moeder van drie zonen, Sörli, Hamdir en Erp. Zij kreeg bovendien haar geliefde dochter Swanhild terug, die intusschen tot een mooi meisje van huwbaren leeftijd was opgegroeid. Swanhild.

Toen zeide Hamdir: "Zijt gij nog zoo gelukkig, Ermanrik, dat wij in uw hallen kwamen? Daar liggen uwe handen en daar liggen uw voeten in het vuur." Daar sprong de eenoogige krijgsman op, als een leeuw was hij in zijn pantser, en hij zeide: "Steenigt die mannen, als geen speer of zwaard hen kan schaden." Sorli zeide: "Wij hebben een onvoorzichtige daad begaan door Erp, Goedroens zoon, te dooden.

Vóór in de zaal werd toen Sorli gedood, en achter den burcht viel Hamdir. Ortroens klacht Een man heette Heiderik en hij had een dochter, wier naam Borgni was. Haar geliefde heette Wilmond. Borgni nu moest een kind baren en zij kon niet worden verlost, vóór Ortroen, Atli's zuster, bij haar was gekomen. En Ortroen was de geliefde van den Gibichung Goenther.

Slechts weinig gelijkt gij op Goenther, en gij zijt niet zoo heldhaftig als Hagen was. Wanneer gij zoo dapper waart als die beide broeders, zoudt gij heengaan om uw zuster te wreken." Hamdir antwoordde haar: "Hebt gij den moed van Hagen ook zoo geprezen, toen zij Siegfried doodden in het bosch? Zijn moordenaren lachten, terwijl gij bij het lijk zat, maar gij hoordet het niet.

Zooals Castor en Pollux zich haasten om hun zuster Helena te bevrijden als ze wordt weggevoerd door Theseus, zoo haasten ook Swanhilds broeders, Erp, Hamdir en Sörli, zich, om haar dood te wreken.

De drie jongelingen, Sörli, Hamdir en Erp, gingen naar Ermenrichs rijk, maar eer zij hunne vijanden ontmoetten, bespotten de twee oudsten, die Erp te jong vonden om hen bij te staan, dezen om zijn kleinheid, en vermoordden hem ten slotte.

Als Erp nog leefde, was Ermanriks hoofd nu wel afgehouwen. Nu hebben wij hem gedood op onzen tocht hierheen, dien dapperen krijger, en wij zijn er vermoeid van." Hamdir antwoordde hem: "Maar hevig hebben wij gevochten, en wij staan op lijken van Gothen, zooals gieren op boomtakken staan. Wij hebben roem verworven, al vallen wij ook. En niemand zal den nacht beleven, als de Norne niet wil."

Zijn bevelen werden onmiddellijk uitgevoerd en Sörli en Hamdir vielen weldra onder den regen van steenen, die, zooals wij gezien hebben, alleen in staat waren hen te deren.

Ermanrik echter grinnikte, greep naar zijn baard, dronk eens van den beker en wilde zijn strijdkleed niet nemen. En terwijl hij den beker van de eene hand in de andere nam, zeide hij: "Ik zal gelukkig zijn Sorli en Hamdir tot gasten te hebben. Ik zal ze met boogpezen binden en de laatste verwanten van Gibichs geslacht aan de galg hangen." Daar stond een sterke man in de zaal.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek