Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 24 juni 2025


En dan, langs die bosschages, zoowel van het blijvende, alsook van het weer zoo liefelijk ontloken lentegroen, langs de stammen en onder het loof door van ceders en mirten en oranjes, van seringen, peperboomen en citroenen, tintelt in het helblinkende zonlicht de blauwe zee, en schittert het witte zeil van een schip in de verte. O, men zou er willen blijven in dat paradijs.

"Die altoos wil de waarheid spreken, "Wordt wel beloond, "Die leugens zoekt voor zijn gebreken, "Wordt nooit verschoond." Als in de lieve lente De bloemen 't veld versieren, Dan pluk ik roozeknopjes, Viooltjes, maagdeliefjes, Citroenkruid en seringen. Dan zal ik kransjes vlegten, En dragen die ter eere Van God, die mij het leven En bloempjes heeft geschonken. Dan zinge ik: Hemelkoning!

Den volgenden morgen, toen Go na 'n onrustigen nacht, want ze hóórde de vijandigheid uit alle geluiden om zich heen, de ontbijtkamer binnenkwam, vond ze naast haar bord 'n groote bos witte seringen en donkerroode anjers; de heele muffe kamer was vol lentegeur, en achter op z'n kaartje had Gerard geschreven: "Goeienmorgen Go. Vanmiddag komt Frieda bij je, en brengt 'n prettige boodschap mee."

Dit laatste toch is in geenen deele het geval, en door den tuin op te vullen met Sneeuwballen, Boerenjasmijnen en Seringen, zal men wel op een gegeven oogenblik veel bloemen zien, maar op afwisseling zal men zeker niet kunnen roemen; en die eentonigheid loopt, wanneer de bloeitijd voorbij is, nog veel meer in 't oog.

Eindelijk gaan wij door den Dewentpas, een bergplooi in het tafelland, die een eigenaardig bergland vormt, verbrokkelde rotsen en door erosie uitgespoelde terreinen, naast steile bergen en diepe kloven. In die kloven werden de bosschen en het kreupelhout weer bewaakt door gewapende Turken of Bulgaren, die op roovers geleken. Bloeiende seringen gaven aan de boschjes een lila tint.

Zij zijn dáár, of, liever gezegd, zij leven dáár ver van aller blikken, in de zachte helderheid van de maand Mei of Juni, geknield om een kuiltje in de aarde, knikkerende, dobbelende, bandeloos, weggevlogen, vrij en gelukkig; maar zoodra zij iemand zien, herinneren zij zich, dat zij een bedrijf hebben, dat zij den kost moeten verdienen en bieden hem een oude wollen kous met goudhanen of een ruiker seringen te koop aan.

Een nieuwerwetsche bezoeker had zich bij het aanschouwen van dit tooneel wellicht in een onderzoek verdiept, of die meertjes werkelijk, zooals sommigen beweren, de overblijfselen zijn van een voormaligen arm des Rijns, die hier vroeger een uitweg zoude hebben gehad, later door het duinzand overdolven: Deodaat, die zich nooit, gelijk te denken is, aan de natuurlijke geschiedenis van Holland had laten gelegen liggen, vergenoegde zich met de oogen in 't rond te laten weiden, en met te luisteren naar den zang der nachtegalen, die in de toppen der linden orgelden; en met den verkwikkende geur in te ademen, welke uit meidoorn en seringen opsteeg.

Hij zou dan voor elke deur twee wuivende berken gezien hebben en door open vensters zou hij in kamers gezien hebben, waarvan de wanden en den zolder met bloemen en groen versierd waren. 't Armste bedelkind liep op den weg met een tak seringen in de hand en elke boerenvrouw had een bouquetje in haar zakdoek gestoken. Meiboomen met verwelkte bloemen en slap hangende kransen stonden op de hoeven.

Wie kan z'n leven doorbrengen met te kijken naar al deze dingen, die zich steeds herhalen, wie kan blijven verlangen naar niets? Hopen op een God die er niet is? En nu bloeiden weer de brem en de seringen en de appelboomen en de kastanjes en de zon had al weer fel gebrand. En vol ontroering had ik dit alles weergezien. En terwijl ik daaraan dacht, weken de vage verwachtingen en verlangens.

Wanneer men op een mooien Meimorgen de dorpsstraat laat liggen en in het open land bij een van deze twee inrichtingen komt, krijgt men den indruk, dat al de romantiek en de legendarische sfeer van de bijenwereld onvermijdelijk moeten gevonden worden in den ouderwetschen bijentuin, waar de zacht gonzende muziek der korven uit het dichtst der bloeiende seringen schijnt te komen en uit den rooden meidoorn en de blauwe eereprijs; want de korven zelf ontdekt men het allerlaatst in deze schitterende bloemenmengeling.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek