Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 september 2025
Toen begonnen de duivelskunsten en de bezweringen, de regenmakers, die beweren de wolken te kunnen bevelen, riepen de orkanen en de "steenregens," te hulp; daarvoor plukten zij bladeren van alle soorten van boomen des lands, deden die koken op een klein vuur, terwijl men een schaap doodde, door het eene lange naald in het hart te stooten.
Weldra is de tafel gedekt; het ontbijt bestaat uit een gebraden schaap, dat met een kandjar in vier stukken gesneden wordt; de wijn is goed: het is de gewone roode wijn van de dalmatische kust, die een weinig troebel is, maar waarmede de reiziger zich spoedig verzoent. Wij zijn alleen met ons drieën mannen aan tafel gezeten, de vrouwen bedienen ons staande of houden zich eerbiedig op een afstand.
Er vallen meer krijgers op de vlucht dan in den slag. De Majoorske was niet bijzonder boos op de kavaliers. Had zij er nog de macht voor gehad, dan had zij ze met een roede afgestraft als ondeugende jongens en hen dan weer in genade aangenomen. Maar ze was bekommerd voor haar geliefd tehuis, dat aan de kavaliers was overgelaten en door hen verzorgd werd zooals de wolf het schaap verzorgt.
In 1705 wendden de Heren Zeventien pogingen aan om de boeren er toe te brengen zich op de teelt van wolschapen toe te leggen. De vrees voor schurft bij de schapen was echter groot en het schaap, dat men wilde invoeren, scheen daar meer vatbaar voor te zijn dan de soort, die men had en die men voor 't vlees hield.
Daar buiten loopt een schaap, Het heeft vier witte voetjes, Het drinkt zijn melk zoo zoetjes, Slaap, kindje slaap! Of: Het heeft zoo'n witte wol En 't drinkt zijn buikje vol. Dit ver verspreid wiegeliedje vinden wij met talrijke varianten in de verschillende dialekten; zoo b.v. in het Limburgsch: Sloap, kieneke, sloap!
Maar hem moesten eenige voorwerpen gegeven worden, namelijk: het ongekookte hart van een schaap, een levende hond, een groote, nieuwe breipriem en een koperen ketel, waarin nooit rog of vloot gekookt was geworden.
Wij verkeerden omtrent het lot van Pons en zijn metgezel niet in de minste ongerustheid. Ze bevonden zich nog in bewoonde streken en zouden gemakkelijk een gastvrij dak en hulp vinden. Na eenige uren was het schaap even hard om te bijten, als het hard was geweest om te koken.
Eliëzer aarzelt om voort te gaan. »Spreek door," gebiedt Reinard Jansen. »Ik wist, wat er gebeurd was tusschen den ouden baas en den jongen baas." »Van welken kant kwam Frits?" werpt Jansen er tusschen in. »Ik weet het niet," zegt Eliëzer. »Van den linker kant," meent Hector. »Van den rechter kant," meent Schaap. »Laat dat maar," zegt Jansen, »het geeft ook niet. Ga voort, Eliëzer!"
»'t Hindert niet erg,» zei hij, »ik had er toch al een buil op. 't Doet me anders wel pijn.» Nu, pijn hadden we allen, de een hier, de ander daar. »Hoe kwam dat toch?» vroeg er een. »Omdat je lui allen een schapennatuur hebt,» zei Bob. »'t Spreekwoord zegt: »Als er één schaap over den dam is, volgen alle anderen,» en zoo ging het met jelui ook.
"Arm kind," zeide hij teeder, "wees maar stil, hoor, mijn ventje, wij zullen je geen kwaad doen. 't Is toch ongelukkig," vervolgde hij tegen Peer, "dat zoo'n onnoozel schaap zoo jong reeds lijden moet voor de misdaden van zijn vader. Maar zeg, waarom bleef je toch zoo verbazend lang weg?"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek