Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juni 2025


"Goed, mijnheer de maire," antwoordde Scaufflaire, en met den nagel van zijn duim een vlek van de tafel krabbende, zeide hij op dien onverschilligen toon, waarmede de Vlamingers zoo goed hun sluwheid bewimpelen: "Maar, daar valt mij in, mijnheer de maire heeft nog niet gezegd, waarheen de reis gaat. Waar moet mijnheer de maire heen?"

Daarbij was 't niet meer de tilbury. Het karretje was zwaar en ongemakkelijk, en de weg had veel hoogten en laagten. Hij besteedde bijna vier uren om van Hesdin naar St. Pol te komen; dat is vijf uren gaans in vier uren. Te St. Pol spande hij in de eerste de beste herberg uit, en liet zijn paard in den stal brengen. Hij bleef, zooals hij Scaufflaire had beloofd, er zelf bij, terwijl het paard at.

"Scaufflaire," zeide hij, "op hoeveel schat ge uw paard en tilbury, die ge mij wilt verhuren, het een met 't ander?" "Het een vóór het ander, mijnheer de maire," zei de Vlaming met een plompen lach. "Nu ja." "Wil mijnheer de maire ze van mij koopen?" "Neen, maar men weet niet wat gebeuren kan, ik wil er u waarborg voor geven. Bij mijn terugkomst geeft ge mij het geld terug.

"Neen," antwoordde hij. "De koetsier zegt, dat hij 't mijnheer komt brengen." "Welke koetsier?" "De koetsier van Scaufflaire." "Scaufflaire!" Deze naam deed hem schrikken, alsof een bliksemstraal langs zijn oogen schoot. "O ja," hernam hij; "Scaufflaire." Zoo de oude vrouw hem op dat oogenblik had kunnen zien, zou zij geschrokken zijn. Er ontstond eene pauze.

Hij gevoelde onbestemd, dat hij wellicht naar Arras zou moeten gaan; en, zonder in het allerminst tot deze reis besloten te hebben, meende hij volkomen voor alle verdenking beveiligd te zijn en dus zonder eenig bezwaar getuige te kunnen wezen van 't geen zou plaats hebben. Hij huurde dus de tilbury van Scaufflaire, om op alle omstandigheden voorbereid te zijn. Hij at met tamelijken eetlust.

Mijnheer de maire zal zich moeten vergenoegen met een kleine tilbury, die ik heb." "Ik neem er genoegen mede." "Ze is licht, maar open." "'t Is mij onverschillig." "Denkt mijnheer de maire er wel aan, dat het winter is?..." De heer Madeleine antwoordde niet en de Vlaming hernam: "Dat het zeer koud is?" De heer Madeleine bleef zwijgen. Scaufflaire voer voort: "Dat het kan regenen?"

Vervolgens keerde hij naar de maire terug, en de kantoorknecht zag hem aandachtig een reiskaart van Frankrijk beschouwen, die aan den wand hing. Hij schreef eenige cijfers met potlood op een papier. Uit de mairie ging hij naar het einde der stad, bij een Vlaming, Scaufflair, of verfranscht, Scaufflaire genoemd, die paarden en rijtuigen verhuurde.

Mijnheer Madeleine vond Scaufflaire te huis, bezig met het herstellen van paardetuig. "Scaufflaire, hebt ge een goed paard voor mij?" vroeg hij. "Mijnheer de maire," zei de Vlaming, "al mijn paarden zijn goed. Wat bedoelt u met een goed paard?" "Een paard, dat twintig uren in een dag aflegt." "Drommels!" hernam de Vlaming, "twintig uren." "Ja." "Voor een cabriolet?" "Ja."

Van Scaufflaire terugkeerende had hij een langeren weg genomen, alsof de deur der pastorie een verzoeking voor hem ware geweest, en hij die had willen ontwijken. Hij was naar zijn kamer gegaan, waar hij zich had opgesloten, 't geen trouwens niets ongewoons was, wijl hij zich gaarne vroegtijdig ter rust begaf.

Op hoeveel schat ge het rijtuig en het paard?" "Op vijfhonderd francs, mijnheer de maire." "Ziehier het geld." Mijnheer Madeleine legde een bankbriefje op de tafel, ging toen en kwam ditmaal niet terug. 't Speet Scaufflaire geweldig, dat hij niet duizend francs had gezegd. Overigens waren het paard en de tilbury te zamen nauwelijks honderd kronen waard.

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek