Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 juni 2025
Hij is het met haar ééns: Willem is op Saar verliefd, dat heeft hij gemerkt. Geld was 't ergste niet, maar als ze niet bij elkaar passen 't zij zoo! Dan niet aanmoedigen. Laat Sophia een oogje op Saar houden; hij wil Willem wel voorthelpen. Mejuffrouw! Wel zeit het Hollandsch spreekwoord: "Hoe later op den dag hoe schoonder Volk." Maar wat heb ik met uw gelol en uw heilige sukkelaar te doen?
HONDERD-NEGEN EN ZESTIGSTE BRIEF. Aletta Brunier en Willem logeeren bij Helmers. Willem moet op reis voor zaken. Jammer. HONDERD-ZEVENTIGSTE BRIEF. Willem aan Aletta: hij heeft haar innig lief! Hij heeft Jacob gesproken bij Blankaart: deze neemt Jacob bij zich. Hij is ook bij Hendrik en Saar geweest. Hendrik is weer beter. Waarde Vriendin! Geluk met een jongen Edeling!
Niet, Saar lief, dat ik u in staat ken om my te pieren, zo wat op myn mouw te spelden, gelyk men zegt: Neen, gy waart altoos een oprecht kind; maar gy zyt jong, gy hebt het maar gansch niet naar uw zin: reden genoeg, om zulke droevige dingen aan my te schryven.
Blankaart doet u hartlyk groeten, en doen alle de Vrienden en Vriendinnen, en goede bekenden, en ik omhels u, met een hart stikkent vol liefde. Maak myn compliment aan uwe waarde Ouders, en aan de kleine Familie. Altoos ben ik HONDERD-EEN EN ZESTIGSTE BRIEF. Saar en Hendrik zijn gelukkig! Waarde Willis!
Saar vloog tusschenbeide en liep een veeg op, die haar duizende sterretjes voor de oogen tooverde en over de vloer deed tuimelen. Mevrouw kreeg 't op haar zenuwen en Jaapje zette een keel op, dat men hem wel een kwartier ver kon hooren.
Te luisteren naar het gebabbel van Saar, die hem oppaste, beviel hem ook niet erg; zoodat hij zich maar met zijn eigen gedachten den tijd zocht te verdrijven. Nadat hij acht dagen te bed had gelegen, verscheen hij eindelijk weer in de huiskamer, en deed nu aan zijn vader een uitvoerig verhaal van de omstandigheden, die hem genoodzaakt hadden het bed te houden.
Vindt zich zelf voor zoo'n waardig man ongeschikt; dat is de zaak. ZEVEN EN NEGENTIGSTE BRIEF. Smit is heel ernstig verliefd op Anna Willis; hij vlast op een beroep naar een dorp bij Amsterdam, en droomt zich veel zaligheid. ACHT EN NEGENTIGSTE BRIEF. Anna Willis aan Sara: zij verheft haar. Haar Smit prijst Saar ook, eveneens wed. Spilgoed, die als Sara's moeder is. Edeling is een beste jongen.
Met open mond, hijgend en terwijl de tranen hem langs de wangen biggelden, riep Jaapje nijdig uit. "Houd op! Ik zal 't aan Saar zeggen!" Flap! ging 't opnieuw en Jaapje gilde 't weer uit. "Hoe heet die letter?" "Ik zeg 't niet," griende Jaapje; "ik zeg 't niet ik doe 't niet." Flap flap flap! en daarop volgde een poos stilte. "Ik heb je zooeven gezegd, dat 't de letter B is.
"Ga weg, Saar," zei het driftige manneke, en weerde haar met de hand af. "O foei, Jaapje!" zei Marie. "Kom, mijn hartedief!" zei mevrouw op overredenden toon, "kom, wil je nu niet?" "Ik wil naar den tuin nog wat kersen plukken," antwoordde Jaapje. "Kom dan maar, lievert, dan gaan we naar den tuin." Jaapje wipte van zijn stoel en vatte mama bij de hand.
"Laat mijn 't dan doen met de schop", zei Saar, dichter toekruipend. "Je ken d'r niet bij met de schop.... Hou nou je smoel!.... 't Is me gòvergeefme 'n stank!.. Jessus, jessus wat 'n mietersche stank.. Allemaal stront en swijnerij.... Nòu haal 'k 'm an ..." "As je de schop an de lat bindt", zei Meijer, spuugend, pratend tusschen z'n vingers door: "wattè?... wattè?" "Hij komp zoo wel."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek