Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 mei 2025
Weet dan dat het nu al bijna vijftig jaar geleden is, op een mooien Mei-morgen in het jaar 1867 we hadden toen nog mooie Meimorgens dat een jonge os hier de stad 's-Gravenhage werd binnengeleid; hij kwam van het Bezuidenhout, de Heerengracht langs, naar de Pooten.
Twee uren later lag de Prins in de naaste kamer te bed. De dokter had zulks geordineerd en hem een calmeerend geneesmiddel gegeven met de hoop, dat hij den volgenden morgen in staat zou zijn, naar 's-Gravenhage te vertrekken. Aan zijn bed zat zijn kamerdienaar Karel, om hem van tijd tot tijd koele compressen op het hoofd te leggen en zijn drankje in te geven.
"Moeder had mij wel vroeger kunnen schrijven," herneemt Willem Hendrik eenigszins bitter. "De tijding van de aankomst der Engelsche vloot is eerst gisteren laat in 's-Gravenhage gearriveerd," hervat Zuijlestein verschoonend. "Hare Koninklijke Hoogheid kon er u dus niet vroeger van preveniëeren."
Oudtijds oefenden ook wel mannen dat bedrijf uit; voor een vijf-en-twintig-tal jaren heb ik er nog eenen gekend te 's-Gravenhage. Aan dat bedrijf zijn de maagschapsnamen Waersegger en Waersegers ontleend. Tollenaar en Tollner doen denken aan den tijd toen de steden nog tol eischten van den invoer en uitvoer van allerlei waren, en de tollenaars aan de poorten gezeten, dien tol moesten innen.
Aan boord van dit vaartuig bevonden zich verder de Commissaris der Koningin in Zuid-Holland, de procureur-generaal aan het Gerechtshof te 's-Gravenhage en burgemeester Brunt van 's-Gravezande. Verder was aan boord de directie der Great Eastern Railway, anders gezegd der Harwich-Line, vertegenwoordigd en voeren mee een dokter en drie pleegzusters.
Wolfert van Borselen begon zich in 's-Gravenhage minder veilig te achten, en besloot daarom, naar Zeeland terug te keeren en vandaar eene geduchtte krijgsmacht af te zenden, ten einde elk verzet te fnuiken. In den nacht verliet hij heimelijk de stad en vertrok over Delft naar Vlaardingen. Den jongen Graaf dwong hij, hem te vergezellen.
Deze vrouw benoemde de weeshuizen te Delft en 's-Gravenhage, benevens het kinderhuis te Utrecht, tot haar erfgenamen, onder voorwaarde, dat uit elk dier huizen eenige jongelieden van goeden aanleg in de vrije kunsten en wetenschappen onderwezen zouden worden, om hen daardoor tot een hoogere positie in de maatschappij te brengen. Eenige dichtregelen op het gebouw verheerlijken de milde stichtster.
Hij was bovendien welgemaakt van persoon, keurig op zijn kleeding, en dus in vele opzichten welkom bij de schoone kunne. Wat zijn maatschappelijke positie betrof, hij had noch beroep noch affaire: doch het had slechts van hem afgehangen in deze of gene politieke betrekking geplaatst te wezen; daar zijn vader in zijne woonplaats 's-Gravenhage een der hoogste ambten van de Republiek bekleedde.
"Indien ik gisteren mijn zin had kunnen doen, hadden wij ons in 's-Gravenhage ten hoogste een kwartier opgehouden." "De rit zou te vermoeiend voor u geweest zijn!" antwoordde de goeverneur. "Dwaasheid, Zuijlestein. Maar gij kent mijne grootmoeder. Haar haan moet koning kraaien, en wat zij begrijpt is wet. Het zal haar schuld zijn, als ik mijne moeder niet meer te Hellevoetsluis vind."
III. 's-Gravenhage Amsterdam, 1865. Geschiedenis der Nederlanders buiten Europa ... van het laatste der zestiende eeuw tot op dezen tijd. Dl. II. Haarlem, 1831. De beschryving van Japan enz. 's-Gravenhage Amsterdam, 1729. LA P
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek